Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Wetenschap

Na 19 landingen is de maan nog altijd een mysterie

Critici zeggen dat China de ruimterace tussen Rusland en de VS overdoet. Deskundigen hebben hoge verwachtingen.

De laatste maanlanding is alweer een tijdje geleden. In 1976 streek de Luna 24 van de Sovjet-Unie veilig neer in de Mare Crisium, de Zee der Crises. Sindsdien hebben Amerikaanse, Japanse, Europese, Indiase en Chinese maansondes nog wel baantjes om de maan getrokken. En af en toe zijn er ook sondes neergestort op de maan. Nadat de Amerikanen als eersten mensen op de maan hadden gezet (in 1969) verslapte de aandacht voor maanvaart snel.

Met een landing doet China volgens critici, zoals het Britse blad The Economist, vooral die ruimterace uit de jaren 60 nog eens dunnetjes over. Goed voor het prestige, maar wetenschappelijk mosterd na de maaltijd.

Maar maandeskundige Wim van Westrenen, hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, is het daar niet mee eens. „Het is een misvatting dat die 380 kilogram maanstenen die de Apollo-astronauten terugbrachten, ons alles vertellen wat we willen weten. En er zijn enorme stukken van de maan waar we geen enkele steen van hebben. We begrijpen nog niet eens hoe de maan ooit gevormd is.”

Chang’e 3 gaat morgen landen in Sinis Iridum, de Baai van Regenbogen, „een interessante vlakte van gestold lava”, zegt maanonderzoeker Bernard Foing van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA. „Het wordt de meest noordelijke van alle maanlandingen. Dat is lastiger, omdat je daarvoor meer brandstof nodig hebt.”

De maanlander heeft camera’s aan boord en een alfastralings-röntgenspectrometer om maansteen te analyseren. Verder zijn er een telescoop en een camera voor extreem ultraviolet licht, die het poollicht op aarde in kaart gaat brengen.

Maar de wetenschappelijke primeur is de grondradar onder het maankarretje dat al rondrijdend de ondergrond tot 50 meter diepte in beeld brengt. „Daarmee kunnen we de dikte van lavastromen meten”, zegt Van Westrenen. De maan was vroeger geologisch actief, en veel van de vlaktes bestaan uit gestold lava.

Of die gegevens ook hun weg naar Van Westrenens bureau zullen vinden, is nog de vraag. China is nogal karig met precieze gegevens rond missies en resultaten.

Anders dan NASA, dat wordt beperkt door zware politieke druk en technologie-exportwetten, werkt ESA wel samen met de Chinezen, zegt Bernard Foing. Onder andere door de radioverbindingen voor de Chang’e-missies te testen.

Chang’e 3 lijkt overigens groter en zwaarder dan strikt noodzakelijk, zegt Van Westrenen. Vermoedelijk is het echte hoofddoel van Chang’e 3 dan ook om ervaring op te doen voor een latere bemande landing, die China al aangekondigd heeft.