correspondent china
Als het maankarretje ‘Konijn van Jade’ vanaf morgen op de maan rondrijdt tot meerdere eer en glorie van China, zal niet iedereen blij zijn. Een bloggende moeder vroeg zich gisteren nog af waarom zij wakker wordt met een eindeloze stroom voor haar weinig relevant ruimtevaartnieuws, terwijl zij en haar hoestende kind „niet naar buiten kunnen zonder mondkapjes vanwege de luchtvervuiling”.
En zij is beslist niet de enige die vraagtekens plaatst bij de eerste Chinese expeditie naar een veraf gelegen hemellichaam, dat in de jaren 60 al werd bezocht door Russen en Amerikanen. In de overweldigende aandacht voor de Chinese maanmissie, die vernoemd is naar de maangodin Chang’e, vallen de kritische geluiden op. Vooral omdat de media in geregisseerde extase verkeren.
Toen twee weken geleden de Chang’e-capsule met het maankarretje aan boord werd gelanceerd, vielen huilende technici van China National Space Administration (CNASA) de al even ontroerde verslaggevers van de televisie in de armen. Ongetwijfeld zullen dat soort taferelen zich herhalen, als het maankarretje Yutu (Konijn van Jade) vanaf morgen drie maanden lang het harde lava van de Baai van Regenbogen af gaat speuren naar nieuwe geologische kennis.
Een ‘Chinese droom’
Discussie over het bescheiden nut en doel (een Chinese man of vrouw op de maan in 2020) is een gepasseerd station. De enige inbreng die de bevolking had: de keuze van de naam van het zeswielige maankarretje, dat werkt op zonne-energie.
En veel keus was er natuurlijk niet, in een land waar de maan in de literatuur en de poëzie een belangrijke rol speelt. Als de missie werd vernoemd naar Chang’e, lag de keus voor haar lievelingsdier voor de hand. Dus werd het Yutu.
De poëzie speelt ook in de propaganda een grote rol. De maanexpedities moeten, zeggen staatsjournalisten, gezien worden als een vervulling van de „Chinese Droom”.
Dat motto van partijleider/president Xi Jinping is tegenwoordig van toepassing op alles wat de Communistische Partij van China doet. Maanexpedities vertalen zich in prestige, nieuwe inzichten, nieuwe welvaart en vervolgens in geostrategische invloed. En dat zijn allemaal „Chinese Dromen”, proberen ruimtevaartexperts duidelijk te maken.
Kijk maar naar de VS, Rusland, Europa en ook India, zegt raketwetenschapper Sun Jiwen, die voor Chinese media het Chang’e-programma duidt. „Landen met ruimtevaartprogramma’s hebben aanzien, zeker als dat programma alleen maar vreedzame, wetenschappelijke bedoelingen heeft”, legt hij uit. Sun Jiwen is geautoriseerd om met journalisten te praten, om misverstanden en mogelijke onrust over de maanexpeditie weg te nemen.
Op de vraag of de miljarden yuans niet beter op aarde besteed hadden kunnen worden, antwoordt hij dat het met de kosten meevalt. Er is volgens officiële CNASA-cijfers tot nu toe 6,6 miljard dollar uitgegeven aan de ontwikkeling van de Lange Draakraketten en de Chang’e-capsules. Het Amerikaanse Apollo-programma kostte destijds ruim 20 miljard dollar (dat zou nu 120 miljard dollar zijn).
Springplank voor ‘dieper onderzoek’
„Wij werken goedkoper, omdat we gebruik kunnen maken van Russische technologie”, zegt professor Sun Jiwen. Volgens Amerikaanse media hebben de Chinezen ook NASA-technologie gekopieerd. Dat met de 6,6 miljard alle uitgaven zijn gedekt, is onwaarschijnlijk. Het programma valt onder het Volksbevrijdingsleger, waarvan de begroting een staatsgeheim is.
Behalve nieuwe kennis, brokken maansteen verzamelen en het terrein verkennen, is het langetermijndoel nogal vaag. Er wordt in de media veel gesproken over de winning van grondstoffen en het bouwen van een soort tussenstation. „Wij zijn geïnteresseerd in de mogelijkheid de maan te gebruiken als springplank voor nog dieper ruimteonderzoek”, aldus Sun Jiwen.
Gloedvol vertelt hij over de voordelen op aarde van het ruimtevaartprogramma. Rechtstreeks en indirect biedt CNASA werk aan 260.000 mensen. Het beschikt over drie ‘Houstons’ – een vierde in aanbouw. De drie speciale aeronautica-universiteiten kunnen de toeloop van studenten niet aan.
Net als de commentatoren in de kranten ontkent Sun Jiwen dat China in een ‘space race’ is verwikkeld met welk land dan ook. De ideologische wedren tussen de VS en de Sovjet-Unie in de jaren 60 heeft plaatsgemaakt voor samenwerking, benadrukt hij. „Het ene jaar gaat India naar Mars, het andere jaar gaan wij naar de maan. Misschien gaan wij nog een keer samenwerken met de Amerikanen.”
Star Wars-schild
Over militaire aspecten is hij zwijgzaam. Feit is dat volgens Jane’s Weekly het ruimtevaartprogramma een grote rol speel in ‘de Chinese ruimtevaartarchitectuur’. Daarmee wordt gedoeld op de ontwikkeling van militaire en civiele communicatie- en spionagesatellieten – en mogelijk zelfs een Chinees Star Wars-schild.
Dankzij de investeringen in het ruimtevaartprogramma heeft China nu 75 van dergelijke satellieten in de ruimte, tegen 440 Amerikaanse en 100 Russische stations. Van de Amerikaans-Chinese Dean Cheng van de Washingtonse Heritage Foundation is de waarschuwing dat „evidente nationale trots in China gepaard gaat met de wens om de militaire slag om de ruimte te winnen van de VS”.
Professor Sun Jiwen ontkent agressieve bedoelingen. „Alleen zullen wij nooit vergeten dat onze ambassade in Joegoslavië werd gebombardeerd door de Amerikanen. Iedere generaal herinnert zich nog dat schaamtevolle moment, dat wij niet zagen aankomen omdat wij geen satellieten hadden. Een jaar daarna is het ruimtevaart- en satellietprogramma gestart. Het kan ons nu niet meer overkomen.”