Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Politiek

Ik zie overwaardering van de politiek

Alex Brenninkmeijer had gisteren zijn laatste werkdag als Nationale Ombudsman Overal voerde hij goed overleg Behalve bij ministeries, want daar begint het politieke optreden voor de bühne

Politiek redacteur

Alex Brenninkmeijer is de eerste om toe te geven dat hij in zijn periode als Nationale Ombudsman niet altíjd effectief was. Meer dan eens kwam hij er, net als burgers, niet door bij de overheid. „Ik kan niet zeggen dat ik altijd de volle doorzettingskracht heb gehad om alles voor elkaar te krijgen.”

Gisteren had hij zijn laatste werkdag op het kantoor van de Nationale Ombudsman. Op 1 januari begint hij als lid van de Europese Rekenkamer in Luxemburg.

Kerntaak van de Ombudsman: burgers onafhankelijk en onpartijdig helpen als zij een probleem hebben met de overheid. Zijn belangrijkste conclusie na acht jaar: de meeste overheidsinstellingen wíllen wel, net als verreweg de meeste burgers. Gemeenten, Belastingdienst, UWV – „overal deden wij vruchtbaar zaken om de verhouding tussen burger en overheid te verbeteren”.

Eén uitzondering: de ministeries. „Daar begint de politieke bevangenheid, het optreden voor de bühne.”

U wordt in Den Haag soms weggezet. Zo van: de Ombudsman heeft óók nog een mening.

„Ja, net als bij de wetenschap en de rechtspraak gebeurt. Maar je kunt het ook omdraaien. Ik zie vooral een overwaardering van de politiek. Politici zeggen: wat mensenrechten zijn, dat bepalen wíj wel. Ze leggen overal een claim op, over Europa, over wat er in de hele samenleving zou moeten gebeuren. En ondertussen zoeken ze naarstig en krampachtig naar een numerieke meerderheid voor hun plannen. Daarmee gaat de politiek achteruit in kwaliteit en legitimiteit.”

Heeft u gezag verloren?

„Nee. Veel terreinen zijn gewoon politiek afgedekt, waardoor de stem van de Ombudsman geen kracht meer heeft. Als de Tweede Kamer in meerderheid heeft beslist dat een zaak is afgedaan, dan laat ze het liggen. En is het dus onwelkom als de Ombudsman nog eens de puntjes op de i komt zetten en zegt: dit kan zo niet.”

Hoe moet het land dan bestuurd worden?

„De politiek moet minder een wij-beslissen-houding aannemen, en meer een bemiddelende rol. Geen regeerprogramma’s meer, geen kleine elite die bepaalt. De vraag is ook of het concept politieke partij nog wel werkt. De democratische basis van die partijen is momenteel zeer mager.”

Toch geen eenpersoonspolitiek zoals Geert Wilders die voert?

„Absoluut niet. Het gaat me niet om het alternatief voor de partijen, die zouden vast nog een rol kunnen vervullen. Maar de huidige verticale benadering van politiek bedrijven past niet meer bij de brede samenleving die we hebben. Het zwaartepunt van het maatschappelijk debat moet niet in Den Haag liggen, maar in het land.

„Kijk naar de discussie over euthanasie, naar aanleiding van de huisarts in Tuitjenhorn die het leven van een terminale kankerpatiënt beëindigde. Daarover is een fundamentele discussie in de samenleving bezig, en dan maakt het helemaal niet uit wat Volksgezondheid daarvan denkt. Den Haag moet bereid zijn om te zwijgen. Dat is een kwestie van bescheidenheid.”

Daar ontbreekt het aan?

„Ik bekijk het Binnenhof graag als biotoop, waar bepaalde wetten gelden. De regels zijn verbonden aan machismo, het is een harde competitie. En de politiek stelt zich ook onnodig hard op tegen de samenleving.”

Werd u daar moedeloos van?

„Nee hoor. Ik blijf een wetenschapper, dus het fascineert me wel. Als ik zie dat een staatssecretaris zit te grommen, dan vind ik dat een interessant fenomeen. Daar zit geen frustratie bij. Behalve als er mensen in de knel komen, dan zet ik een tandje bij om iets voor elkaar te krijgen.”

Aan het begin van uw tweede termijn zei u dat u geen grijze verhalen meer wilde vertellen.

„Wij hebben de laatste jaren wel méér systeemonderzoeken gedaan. Bovendien komen er steeds zwaardere zaken binnen. Maar 80, 90 procent van ons werk doen we gewoon achter de schermen: rustig en in redelijk overleg klachten oplossen. Ik heb altijd hetzelfde model gehanteerd: dialoog, een verstérkte dialoog. Dan zoek ik het hogerop, een gesprek met de minister. En als dat allemaal niet lukt, word ik uitgesprokener.”

Dat bent u vaker gaan doen?

„Ik heb me de laatste jaren niet méér laten gaan. Hooguit ben ik wat bekwamer geworden op die escalatieladder. Dat ik nu sneller zie: wacht eens, dit werkt niet, dus hup, een stapje hoger.”

Misschien kiest de Tweede Kamer nu wel iemand die terughoudender is.

Hij lacht. „Dit is zo’n onderwerp waar ik niets over te zeggen heb. Of laat ik zeggen: ik heb gezien dat de Ombudsman maatschappelijk een belangrijke rol kan vervullen. Vaak komen mensen naar me toe om alleen maar even te zeggen: we zijn blij dat u er bent.”

Heeft u gesolliciteerd voor de Europese Rekenkamer?

„Minister Dijsselbloem van Financiën belde mij namens het kabinet, om te vragen of ik beschikbaar was. En wat heeft meegespeeld: aan een hoog college van staat, een belangrijke constitutionele positie, met de vorm van één persoon kleeft het risico van personificatie van de functie. Er zitten mooie kanten aan: ah, kijk, Alex Brenninkmeijer is dé Ombudsman. Maar de vraag is of dat op termijn van tien, elf, twaalf jaar ook nog zou werken.”

Merkte u die personificatie?

„Ik heb er geen thermometer voor, het is meer professionele intuïtie. Volgens mij is het wijs om op een hoogtepunt te stoppen. En als je wél signalen zou ontvangen, is het al te laat.”