‘Voor het geval je iets nodig hebt mijn nummer. Kus Simon’. Langzaam komt het weer boven: Simon, dat was het alfamannetje uit De eetclub, die de verveelde Karen – domweg ongelukkig in een hemel van chardonnay – in haar eigen schuurtje beminde als een woesteling. Waarna Karens huwelijk wankelde, en er zich achter de nouveaux riches van de achtkoppige eetclub allerlei Octopusachtige intriges ontrolden. En er ook wat koppen rolden.
De eetclub (2004) geldt als een van de boeken die een genre hebben geschapen. Het werd door uitgevers ‘literaire thriller’, door criticus Gert Jan de Vries ooit adequaat getagd als oestrogeenthriller: misdaadverhalen met méér hart en minder bloed dan wat hij de testosteronthriller noemde. En vooral ook boeken met meer psychologie en sociologie: wie Saskia Noort leest, krijgt een zéér adequaat beeld van de vervelingen en verleidingen van de bovenbemiddelde Nederlander: ooit ambitieus en activistisch, nu drijvend op roesmiddelen en louche zaken.
Dat was al zo in De eetclub en na tien jaar is het in Debet alleen maar erger. Je kunt het je ook wel voorstellen: mensen die elkaar in de hedonistische hoogconjunctuur van tien jaar geleden de dood in joegen zijn in tijden van crisis nog veel gevaarlijker. Vandaar dat Michel Brouwers, Karens man, zijn wagen in de proloog van het boek radicaal tegen een pilaar laat knallen. Uit zijn nalatenschap, of eigenlijk het gebrek daaraan, blijkt dat hij ernstig in de tang zat bij zijn maffiose eetclubvrienden.
Karen concludeert dat zij haar man eigenlijk helemaal niet kende: ‘fijnzinnig langs elkaar heen leven’ was het devies. Alle spoken uit haar verleden duiken weer op – inclusief de onbetrouwbare ritselaar Simon. Zo is er behalve de whodunnit (wat zijn de achtergronden van Michels dood) de willtheydoit: zal Karen weer voor Simon bezwijken? Maar ook het misdadige deel van de plot is de moeite waard: onoverzichtelijk en ingewikkeld genoeg. Daarbij komt dat het slot – met een zeer onverwachte dode – ijzersterk is.
Echt literair zal het bij Noort – terecht geëerd met de Meesterschapsprijs van het Nederlands Genootschap van Misdaadauteurs –niet worden, maar haar soepele portret van verouderende dorpsrijken en übertuttige golddiggers maakt dat je begrijpt waarom ook Debet een vaste plaats heeft bovenin de Bestseller 60. Daarbij leunt ze op een speciale vorm van herkenbaarheid: niet die van het eigen leven, maar die van de eigen angstdromen.
Arjen Fortuin