De herhaling stemt treurig. Maar nog meer geldt na het vernietigende rapport van de curatoren in het faillissement van het groene-stroomconglomeraat Econcern: de herhaling maakt boos. Opnieuw stelt een accountant van een gerespecteerd groot kantoor, in dit geval PricewaterhouseCoopers (PwC), ernstig teleur. In hun rapport over de opkomst en ondergang van Econcern, dat de twee gerenommeerde curatoren Van Andel en Deterink deze week publiceerden, beschuldigen zij de accountant er gewoonweg van dat de jaarrekeningen over 2006 en 2007 onjuist zijn. En dat de accountant daar zonder verdere voorwaarden toch zijn handtekening onder heeft gezet.
De accountant moet zich straks verantwoorden bij de Accountantskamer, de tuchtrechter voor deze conflicten. Dat kan een spannende strijd worden, omdat PwC op zijn website expliciet afstand neemt van het curatorenrapport. PwC zal zijn „opvattingen uitvoerig en onderbouwd inbrengen” in de procedure.
De stap naar de tuchtrechter is zonder twijfel de opmaat naar een rechtszaak waarin de curatoren een (deel van de) geleden schade zullen proberen te verhalen op PwC. Dat vloeit deels voort uit het feit dat accountants goed verzekerd zijn tegen zulke claims. In het faillissement van Econcern hebben schuldeisers inmiddels voor afgerond 1 miljard euro vorderingen ingediend, waarvan de curatoren overigens een deel betwisten.
Voor schuldeisers, aandeelhouders en voor de samenleving als geheel heeft het Econcern-fiasco een déjà vu-gevoel. Waar waren de accountants toen banken en andere financiële instellingen risico’s op risico’s stapelden die tot een uitbarsting kwamen in de kredietcrisis van 2008? Waarom waarschuwde de accountant niet luidkeels tegen de overmaat van complexe financiële producten bij woningcorporatie Vestia? Bij het onderwijsconcern Amarantis, dat op het nippertje niet failliet ging, kwam een onderzoekscommissie later tot heel andere conclusies over de cijfers dan de accountant. En dan is er het gedonder van ingestorte bedrijven: DSB Bank, financieel handelshuis Van der Moolen en automatiseringsbedrijf Landis.
Sommige van deze zaken zijn al wat ouder, van het begin van deze eeuw. Andere zijn van recenter datum. Accountants beloven beterschap, wet- en regelgeving wordt scherper en explicieter geformuleerd, maar interpretatieverschillen over boekhoudregels zullen blijven bestaan. Debacles in het bedrijfsleven en in de (semi)publieke sector laten zich niet met pennestreken uit de wereld helpen.
Hoe dat ook zij: de accountant moet een straffe controleur zijn, geen inschikkelijke meeloper met de belangen van de directie.