Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Beeldende kunst

Young British Artists zijn salonfähig geworden

Toen ze begin jaren negentig met veel bravoure de kunstwereld veroverden, werden ze de Young British Artists genoemd. Een naam die paste bij hun puberale kunstwerken. Ze maakten kunst waar veel bloed en opgezette dieren aan te pas kwamen. En fruit, vaak in de vorm van geslachtsdelen. Hun werk ging over seks, drugs, drank en abortussen. Ze waren jong, wild en hadden schijt aan alles.

Maar inmiddels zijn de YBA’s van middelbare leeftijd, en lijken de meesten hun wilde haren kwijt te zijn geraakt. Tracey Emin (50) maakt nu kunst die bestaat uit lieve zinnetjes, geborduurd op lieflijke kleedjes of geschreven in pastelkleurig neon. Damien Hirst (48), die zo nu en dan nog een schnabbel doet in een rijke oliestaat, is vooral bezig met het uitbreiden van zijn kunstverzameling, die hij vanaf volgend jaar wil tonen in een privémuseum in de Londense wijk Vauxhall.

Het toeval wil dat drie andere hoofdrolspelers van de Brit Art, Sarah Lucas (51) en de broers Jake en Dinos Chapman (47 en 51), op dit moment grote overzichtsexposities hebben in Londen. De Chapmans noemen die van hen in de nieuwe Serpentine Sackler Gallery een „Shitrospective”. Lucas koos voor de iets volwassener titel Situation voor haar show in de Whitechapel Gallery.

Er zijn veel gelijkenissen: de obsessie met genitaliën bijvoorbeeld. En beide tentoonstellingen zitten bomvol met beelden, schilderijen, affiches, modellen en meubels. Bij de Chapmans stoot je voortdurend tegen levensgrote poppen aan, die getooid zijn met de witte puntmutsen van de Ku Klux Klan maar ook zelfgebreide regenboogsokken in hun sandalen dragen. Bij Lucas word je achtervolgd door het ritmische gebonk van een masturberende arm. Subtiel is een woord dat niet voorkomt in het vocabulaire van een Young British Artist.

De Chapmans zijn nog net zo infantiel als twintig jaar geleden. Dat blijkt wel uit hun hilarische nieuwe film Kino Klub, een lowbudgetslasherfilm waarin met verf gevulde rubber handschoenen de levens van Andy Warhol en Jackson Pollock naspelen. In geen tijden heb ik zo om hedendaagse kunst moeten lachen. Maar Kino Klub is net zo onschuldig als een aflevering van Southpark. Shockerend is hun werk allang niet meer.

Lucas’ tentoonstelling is netjes chronologisch opgebouwd, waardoor goed te zien is dat ze nu echte, serieuze kunst probeert te maken. In de benedenzaal met het oude werk is alles nog ruig, punk, rauw. Daar staan smerige matrassen en ranzige wc-potten met teksten als „Is suicide genetic?” Mooi zijn de opgevulde panty’s, die onmiddellijk doen denken aan billen, kuiten en borsten. Maar dan kom je boven bij haar nieuwe werken, en blijken die lekkere, aanraakbare panty’s opeens in glimmend brons te zijn afgegoten. Hier is alles glad, netjes, gelikt. Het is alsof je vanuit een krakersbolwerk een nette kunstbeurs binnenstapt. En er is maar één conclusie: deze Young British Artist is salonfähig.

is redacteur beeldende kunst