Het Vrije Syrische Leger is teleurgesteld dat Groot-Brittannië en de Verenigde Staten stoppen met het leveren van “niet-dodelijke” hulp, zoals voertuigen, communicatiemiddelen en nachtkijkers aan de rebellen. De rebellen spreken van een “misverstand” dat ze snel hopen op te lossen, meldt persbureau AP. De leiding van het leger gaat contact opnemen met vertegenwoordigers van de landen.
De Britten lieten gisteren weten te stoppen met het programma, ter waarde van 250 miljoen dollar, nadat materieel in handen was gevallen van islamitische militanten. De Amerikanen namen het besluit na berichten dat islamitische militanten bases en magazijnen van het Vrije Syrische Leger hebben veroverd in Noord-Syrië. Strijders van het Islamitisch Front, een nieuwe alliantie van moslimextremistische rebellengroepen, verdreven het Vrije Syrische Leger vorige week bij de grensovergang Bab al-Hawa tussen Turkije en Syrië.
De zoveelste tegenslag op rij
Het terugtrekken van hulp aan het Vrije Syrische Leger betekent de zoveelste tegenslag voor de groep, die bestaat uit overgelopen soldaten van het leger van president Bashar al-Assad. De afgelopen tijd verloren de rebellen verschillende slagen met dat leger van Assad. De
Het besluit weerspiegelt de Westerse zorgen over de groeiende dominantie van moslimextremistische rebellen in de Syrische burgeroorlog. De VS en Europese landen aarzelen over de leverantie van wapens en munitie aan ‘gematigde’ rebellen, zoals het Vrije Syrische Leger, omdat ze vrezen dat die in handen zullen vallen van jihadisten. De VS zouden wel in het geheim wapens leveren, maar dit programma heeft een beperkte omvang.
Nog wel humanitaire hulp
De Britten en Amerikanen blijven overigens wel humanitaire hulp geven. Op dit moment trekt een zware storm over de regio met sneeuw en ijzige regens, waardoor de toch al erbarmelijke situatie van de vluchtelingen binnen en buiten Syrië verder verslechtert.