Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Boeken

Sportieve verliezers

De reactie van Rutte op het proefverlof van Volkert van der G. lijkt op het eerste gezicht alleszins redelijk. Hij legt zich er bij neer, want: „We leven in een rechtsstaat. Ik ben geen dictator, ik kan geen rechter terzijde schuiven.” Ook staatssecretaris Teeven volgt die lijn: „Deze uitspraak laat geen ruimte meer. Ik heb dit te respecteren.”

Toch heeft die redenering iets raars. Als wetgevers mogen ze geen partij kiezen, maar in hun reacties gedragen ze zich juist wel als een benadeelde partij: ze leggen zich neer bij de uitkomst, als sportieve verliezers. Vooruit, we geven Volkert wel een plaksnor.

Ze bedienen zich van een retorisch foefje, waarbij ze door heel hard te roepen dat ze iets niet roepen het toch geroepen hebben: de klassieke praeteritio. Hoe kun je volhouden dat je de scheiding der machten respecteert als je je tegelijkertijd als benadeelde partij opwerpt?

Fred Teeven maakte in 2002 een uitstapje naar Leefbaar Nederland waar hij de opgestapte lijsttrekker Pim Fortuyn opvolgde. Begrijpelijk dat hij persoonlijk, net als half Nederland, Volkert liever helemaal nooit ziet vrijkomen, maar zijn persoonlijke mening doet er niet toe.

Het is een perfecte illustratie bij de uitkomst van de enquête die Vrij Nederland deze week hield onder rechters en magistraten bij het OM. Maar liefst een vijfde vindt dat de trias politica in gevaar is. Een rechter: ‘De politiek schept een verwachting bij het publiek die de rechterlijke macht niet waar kán maken.’

Het is tamelijk schokkend dat zowel de premier als de staatssecretaris van Justitie het niet onomwonden opnemen voor de rechtsstaat. Waarom zeggen ze niet: kijk, Volkert komt in mei waarschijnlijk toch vrij, en we hebben het zo geregeld dat iemand de tijd krijgt om zich voor te bereiden op een terugkeer in de maatschappij? Waarom leggen ze niet uit wat een rechtsstaat is, en waarom er geen noodzakelijk verband is tussen recht en rechtvaardigheid?

Volksvertegenwoordiger zijn is iets anders dan de wil van het volk uitvoeren. Het betekent ook dat je kunt uitleggen waarom het soms beter is dat niet te doen. Uit gemakzucht, domheid of angst voor het volk zeggen Rutte en Teeven nu in feite: we leven in een rechtsstaat, al hadden we dat liever anders gezien. Volkert zag dat ook liever anders, en pleegde een aanslag op die rechtsstaat.

De rechters lijken me een stuk verstandiger dan de politici. Misschien komt dat doordat – een veelzeggend detail in de Vrij Nederland-enquête – het lezen van literatuur hun grootste ‘hobby’ is: 69 procent doet het. Fred Teeven bestempelde literatuur onlangs als ‘dom geneuzel’.