Als Ricardo van Rhijn na afloop van de wedstrijd de pers te woord staat, komt Mario Balotelli achter hem langsgelopen – diamanten oorbellen, muts tot vlak boven zijn ogen. De rechtsback van Ajax kijkt de Italiaanse spits even na, overweegt wat te zeggen, maar laat hem toch maar gaan. „Hij liep ons tot in de spelerstunnel te provoceren”, aldus Van Rhijn.
Zeker nadat AC Milan met halverwege de eerste helft met een man minder was komen te staan, na een terechte rode kaart voor aanvoerder Montolivo na een grove charge op Poulsen, was het zeer de vraag of de Italianen nog wisten dat ze deelnamen aan een voetbalwedstrijd. Normaal gesproken speelt Milan al afwachtend, hopend op een individuele actie van Balotelli of Kaká. Met tien man op het veld werd daar niet eens meer op gegokt. Het was een kwestie van verdedigen, tijdrekken en acteerwerk dat niet zou misstaan in het wereldvermaarde operagebouw Teatro alla Scala.
Het werkte: Milan hield Ajax op 0-0 en mag daarom overwinteren in de Champions League. Voor Ajax, dat de wedstrijd van begin tot eind domineerde, resteert de Europa League. Van Rhijn, grijnzend: „Misschien is dit niet het juiste moment om me te vragen wat ik daarvan vind.” Al acht jaar wacht Ajax op een vervolg na de winter in de Champions League, en zelden was het er zo dichtbij.
De loting was als gebruikelijk weer erg pittig geweest, met behalve ook Milan ook FC Barcelona in de poule. De thuiswinst op Barcelona was een fenomenaal resultaat, maar van de matige Italianen werd twee keer niet gewonnen. Gisteren kreeg Ajax 23 kansen, Milan drie. Een kopbal van de Deen Christian Poulsen op de binnenkant van de paal, al in de vijfde minuut, zou de grootste kans blijken. In de slotseconde ging een omhaal van Davy Klaassen nog vlak voorlangs.
Het overkomt Nederlandse ploegen wel vaker dat ze zich geen raad weten met ploegen die afbraak als hoogste doel zien. In de eredivisie speelt vrijwel elke club aanvallend, met een 4-3-3-systeem met buitenspelers. Maar wat als de tegenstander met acht man achterin blijft? Als San Marino dat doet, weet het Nederlands elftal uiteindelijk altijd wel een gaatje te vinden. Helaas voor Ajax hebben de verdedigers van Milan net wat meer kwaliteit.
Ajax-trainer Frank de Boer somde na afloop op met welke trucs Ajax allemaal te maken had gekregen. Ballenjongens die plotseling geen enkele bal meer bij zich hadden als Ajax een inworp mocht nemen, de langzame doeltrappen van keeper Christian Abbiati en het zuigende gedrag van Balotelli, die ook een rode kaart had verdiend na een gemene trap tegen de kuiten van Daley Blind. „En dan heeft de UEFA het over respect”, aldus De Boer.
Scheidsrechter Howard Webb kon niet veel doen tegen het getreiter. Blind vertelde dat hij de leidsman nog had gewezen op de geringe blessuretijd van vijf minuten. Inderdaad was Ajax in de slotfase meer bezig met protesteren dan met voetballen. Dat is een les voor de gemiddeld jonge spelers: hou het hoofd koel, ook al gaat Balotelli voor de zoveelste keer ten onrechte naar de grond. Blind sprak ware woorden: „Je kunt ze niet verwijten dat ze met tien man voor de eigen goal gaan hangen. Wij deden hetzelfde tegen Barcelona.”
Behalve zware lotingen kampt Ajax jaar in, jaar uit met de opbouw van een nieuwe ploeg, een proces dat steevast synchroon loopt met de groepsfase van de Champions League. Tegen de tijd dat De Boer zijn nieuwe formatie de juiste automatismen heeft bijgebracht, zijn er al weer de nodige punten verspeeld. In oktober van dit jaar stal Milan een punt in Amsterdam en verloor Ajax zelfs uit bij het technische beperkte Celtic.
Na heel wat gepuzzel vond De Boer pas vorige maand zijn ideale formatie, met het middenveld Serero-Blind-Klaassen. Die ploeg versloeg Barcelona, maar de uitgangspositie was niet meer zo gunstig. Drie jaar geleden won Ajax weliswaar met 2-0 in San Siro, het debuut van Frank de Boer, maar destijds hadden de Italianen zich al geplaatst. Als het er echt om gaat, is Milan kennelijk niet te passeren.
Positieve woorden waren er ook. Zo vond De Boer dat Ajax had laten zien „dat we het andere ploegen lastig kunnen maken”. Blind zei dat „clubs niet graag tegen ons spelen”. Inderdaad speelde Ajax aantrekkelijk, maar wat koop je voor de schattige gedachte dat de Nederlandse club weer de morele winnaar was tegen een elftal gemene Italianen? Volgende zomer verkoopt Ajax weer zijn twee beste spelers aan een Europese topclub en begint het opbouwproces van voren af aan.
De laatste zeven keer dat Ajax uitkwam in de Europa League, of voorloper UEFA Cup, kwam de ploeg nooit verder dan de achtste finales. Misschien kan Ajax in het voorjaar laten zien dat het in Europa nog wat voorstelt, zoals de spelers zelf beweren. Ook al is het in een troostcompetitie.