Ratko Mladic, voormalig Bosnisch-Servisch legerleider, moet getuigen tegen de vroegere politiek leider Radovan Karadzic. Dat heeft het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag vandaag besloten, schrijft persbureau AP.
Karadzic vroeg eerder om een dagvaarding van Mladic, omdat hij weigerde vrijwillig te getuigen. Naar verwachting zal hij in januari worden verhoord. Mladic kan volgens de advocaat van Karadzic nog in beroep tegen de beslissing. Eigenlijk wil hij niet getuigen, omdat hij bang is dat het zijn eigen zaak schaadt.
Volgens Karadzic zal Mladic tijdens het verhoor zeggen dat hij hem nooit heeft verteld dat gevangenen in Srebrenica waren geëxecuteerd, of zouden worden geëxecuteerd. De moord op achtduizend moslimmannen na de val van Srebrenica in 1995 is een van de hoofdaanklachten tegen beide mannen. Het is de bloedigste gebeurtenis in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog. Mladic kan volgens Karadzic ook vertellen dat de twee mannen nooit van plan waren moslims of Kroaten te verdrijven van Servisch grondgebied in Bosnië.
Mladic: dit is een gedwongen getuigenis tegen mezelf
In een schriftelijk antwoord op het verzoek tot dagvaarding van Karadzic zegt Mladic dat hij niet kan worden gedwongen tegen zichzelf te getuigen. De zaken zijn volgens hem zo nauw aan elkaar gelinkt, dat hij gebruik zal maken van zijn recht vragen niet te beantwoorden.
De twee worden beschouwd als hoofdverantwoordelijken voor de honderdduizend doden in de oorlog in Bosnië tussen 1992 en 1995. De aanklachten tegen hen zijn vrijwel identiek, maar de processen zijn gescheiden, omdat Mladic later werd opgepakt. Ze worden beschuldigd van genocide en misdaden tegen de menselijkheid. Zowel Mladic als Karadzic hield zich jarenlang schuil.