Correspondent Rusland
Bij de pro-EU-demonstratie in Kiev zie je plakkaten met de tekst ‘Poetin, als je van ons houdt, laat ons dan gaan’.
Hoe anders klonk gisteren het geluid bij de ‘Volksvergadering van Sebastopol’, een Oekraïense discussiesite van de havenstad Sebastopol, op het zuidelijke schiereiland Krim.
Hier kijken ze naar Rusland. „Meneer Poetin, we vragen u tot overeenstemming te komen met de regering van Oekraïne om Russische troepen het land binnen te brengen, om ons te beschermen tegen het leger van de Amerikanen en NAVO-agressors”, zo vroeg raadslid Smoljaninov in een appèl aan de Russische president Poetin. Sebastopol is thuishaven van de Russische Zwarte Zeevloot.
Om drie uur ’s middags waren er 37 mensen die het appèl hadden ondertekend. Intussen demonstreerden honderdduizenden Oekraïeners elders in het land voor een Europese toekomst.
Burgers die vreedzaam protesteren: het is een on-Russisch fenomeen. Russische politiek leiders steunen traditioneel gezien vooral op gebrek aan tegenstand onder de bevolking. Dat gaat goed totdat het klapt.
Sommige politicologen verklaren het verschil in Europese en Russische politieke macht aan de hand van het historische verschil in de hoeveelheid leefruimte. In het krappere Europa moest de politiek er door de eeuwen heen voor zorgen dat burgers elkaar de tent niet uitvochten. Dat leidde tot luisteren en compromissen sluiten.
Het grote Rusland hielp altijd
In het oneindig grote Rusland raakte de politiek erop gericht te voorkomen dat burgers wegvluchtten en verderop voor zichzelf begonnen. De onderdanen moesten tevreden gehouden worden en beschermd voor kwade invloeden van buitenaf. En bij nood werd de hulp van de tsaar ingeroepen. Zoals het raadslid in Sebastopol zich nu tot Poetin wendt.
Oekraïne ligt op het breukvlak van deze twee politieke tradities – de Europese en de Russische.
Het verkiezingsfeestje van de partij van president Janoekovitsj, vorig jaar, liet mooi zien dat hij eerder won dankzij gebrek aan tegenstand dan door actieve steun. Een bus ‘blije partijleden’ kreeg een vlaggetje in de hand geduwd om mee te zwaaien op het plein voor de televisiecamera’s die de verkiezingsavond versloegen. Zodra de camera’s verdwenen waren, was het feestje afgelopen.
Maar het is niet alleen omdat demonstreren Europeser is dan Russisch, dat er nu mensen op het plein in Kiev staan om te demonstreren voor aansluiting bij Europa. Er zijn veel Oekraïeners die, ondanks een Russische achtergrond, liever naar het Westen kijken.
Maar nu lonkt de EU
Het Fonds van Democratische Initiatieven peilt nu al drie jaar op rij dat ruim 40 procent van de Oekraïeners aansluiting wil bij Europa, tegenover ruim 30 procent die liever onder Moskouse vleugel leeft.
„Ook al voel ik mijzelf cultureel gezien veel dichter bij Rusland dan bij Europa staan, we moeten aansluiting zoeken bij de Europese Unie”, zei een Oekraïense kandidaat van een politieke splinterpartij vorig jaar. Hij beschreef hoe hij na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie zichzelf had moeten heruitvinden, maar daardoor ook tot de conclusie was gekomen dat Oekraïne alleen de toekomst aan kan met een grondige modernisering van de economie naar Europees voorbeeld. Ook al luistert hij zelf liever naar Russische muziek, en spreekt hij beter Russisch dan Oekraïens.
Moet Oekraïne kiezen tussen Brussel en Moskou? De Russische geschiedenis begint formeel in Kiev, in de negende eeuw, toen de Slavische volken nog één waren. Russen en Oekraïeners verstaan elkaar redelijk.
Net als buurland Polen is het gebied dat nu Oekraïne heet door de eeuwen heen steeds weer door grotere machten bezet, gesplitst en opgedeeld. Het westelijk deel heeft onder Oostenrijkse en Hongaarse invloed gestaan, het zuidoostelijke onder Turkse.
Het is met zo’n geschiedenis niet vreemd dat het idee bestaat dat het niet de Oekraïeners zijn, maar buitenlanders, die uiteindelijk bepalen wat er met de natie gebeurt. „Poetin zint op oorlog. Het zijn zijn speciale diensten die de presidentiële administratie bestormen als provocatie”, concludeerde het Oekraïense parlementslid Inna Bogoslovskaja gisteren. In de chaos die is ontstaan zou Rusland een stuk van Oekraïne willen afpakken. Misschien de Krim wel, waar de Russische marineschepen toch al klaar liggen.
Een andere parlementariër, Oleg Tsarov (what’s in a name ?), ziet net als het raadslid uit Sebastopol juist een westerse hand achter de oproer. Een van de leden van de Servische opstandsbeweging Otpor! zou gesignaleerd zijn in een vliegtuig naar Kiev. Juist aan Russische kant bestaat de overtuiging dat Otpor! gefinancierd en getraind is door de Amerikaanse dienst CIA en achter alle burgerrevoluties van afgelopen jaren in voormalige Sovjetlanden (en daarbuiten) zit.
Zie als natie onder al deze druk maar de juiste keuzes te maken. Nog is Oekraïne niet ten onder, luidt de treffende titel van het volkslied uit 1863, dat nu weer op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev gezongen wordt.