Een filmactrice die haar regisseur publiekelijk de mantel uitveegt als hun film in roulatie is gekomen – dat is uitzonderlijk. Meestal hoor je alleen maar kleffe jubelzangen ter promotie van de film. Toch gebeurde het bij de Franse speelfilm La vie d’Adèle van Abdellatif Kechiche, een Franse regisseur van Tunesische afkomst. Zelfs de toekenning van de Gouden Palm in Cannes aan Kechiche en zijn twee hoofdrolspeelsters, Adèle Exarchopoulos en Léa Seydoux, kon de rel niet voorkomen.
Léa Seydoux (28, negen jaar ouder dan haar tegenspeelster) voelde zich respectloos behandeld.
„Sommige dingen gingen echt te ver”, vertelde ze in deze krant aan filmredacteur Peter de Bruijn, „zoals de scènes waarin ik Adèle moest slaan.”
Adèle hield zich in een interview met The New Yorker meer op de vlakte, maar liet wel blijken dat de regisseur zeldzaam veeleisend was geweest. „Er is iets griezeligs aan Abdellatif”, vertelde ze, „soms maakt hij je bang en voel je een geestelijke schuld.” Ze noemde hem ‘geobsedeerd’ door vrouwen wier ‘mysterie’ hij wil doorgronden.
Kechiche reageerde woest op de beschuldigingen. Acteurs die hij op de set had laten lijden? Hij vergeleek acteurs met verwende kinderen; alles wordt voor ze gedaan, ze worden mooi opgemaakt, doen een paar takes – waar zeuren ze over?
Interessant, zo’n rel, maar je zou bijna vergeten waar het om ging: een film – en wát voor een. La vie d’Adèle is een van de opmerkelijkste, beste films die ik ooit heb gezien. In mijn omgeving bespeur ik aarzeling om hem te gaan zien: ach, een film over lesbische liefde, moet dat nou? Alsof zulke liefde in essentie iets anders zou zijn dan heteroseksuele liefde. Kechiche en zijn fenomenale actrices laten juist zien dat liefde van iedereen is – of zou moeten zijn.
La vie d’Adèle wemelt van de memorabele scènes, je wordt steeds weer overweldigd door de intensiteit ervan, maar mij zal er vooral één bijblijven: die waar Adèle haar vriendin Emma (gespeeld dus door Léa Seydoux) probeert terug te krijgen. Adèle is een meisje van eenvoudige komaf, ze is onderwijzeres geworden, terwijl de oudere Emma (net als Seydoux zelf) uit een gegoed milieu komt en kunstenaar is. Ze hebben samen een heftige liefdesrelatie gehad, maar Emma heeft Adèle afgedankt en leeft nu met een andere vrouw.
Drie jaar na de breuk ontmoeten ze elkaar op verzoek van Adèle in een café. Hoe lang duurt die scène? Zes, zeven minuten? Kechiche neemt overal de tijd voor. Het maakt zijn film lang, drie uur – te lang, want er had best wat uit gekund, maar je vergeeft het de meester.
Die scène gaat over verlating en de wanhoop daarover. Adèle heeft Emma die drie jaar deerlijk gemist, ze kan niet zonder haar, haar verdriet is te groot. In het café tast ze de kansen op een hereniging af. Eerst voorzichtig, dan directer. Hoe is het met de seks, vraagt ze. Gaat wel, zegt Emma, maar zo goed als met jou zal het nooit worden. Adèle ziet een opening, ze haalt Emma over tot een vrijpartij aan de tafel, we krijgen allemaal even hoop, maar dan houdt Emma er opeens mee op. „Ik houd niet meer van je”, zegt ze. En ze gaat weg.
Alleen al die scène is een gang naar de bioscoop waard; dan kunt u meteen het slot zien waar Adèle Emma nog één keer opzoekt. Ter geruststelling: dat slaan valt in de film mee, het zijn meer lustige klapjes. Maar er wordt wel veel gevreeën. Zonder lustpil trouwens.