Zedendelinquent Jan Willem H. mag overdag nog gewoon in de binnentuin van zijn flat of in de buurt van scholen, speeltuinen, zwembaden en andere openbare ruimten in Veenendaal komen. Dat heeft de rechtbank in Utrecht vandaag bepaald in een uniek kort geding. De burgemeester van Veenendaal, Wouter Kolff, start nu een bodemprocedure om de pedofiel in zijn gemeente extra verblijfsvoorwaarden op te leggen, schrijft persdienst Novum.
Kolff had de rechter gevraagd H. te dwingen afspraken te maken over de voorwaarden van zijn verblijf in Veenendaal. De rechter verklaarde de gemeente eerder vandaag niet-ontvankelijk.
VolgenrechtbankMNL rb Midden-Nederland Rechter: gebruik van privaatrechtelijke weg door #Veenendaal in dit geval een onaanvaardbare doorkruising van het publiekrecht
Een unieke procedure
Het was de eerste keer dat een burgemeester op deze manier probeerde voorwaarden af te dwingen voor het verblijf van een zedendelinquent in zijn gemeente. Kolff begon de procedure bij de civiele rechter namens de inwoners van Veenendaal. Naast een gebiedsgebod, vroeg hij de rechter H. een verbod op te leggen op contact met minderjarigen. Als ze met hém zouden praten, zou hij moeten weglopen.
Binnenlandredacteur Elsje Jorritsma hoorde vorige maand het pleidooi van de advocaat van H.
“Mijn cliënt wil niet levenslang bij de burgemeester aan de ketting!”
Het is steeds moeilijker voor pedofielen om na het uitzitten van hun straf een woonplaats te vinden, schreef Jorritsma in NRC Next.
Zedendelinquent Jan Willem H. is het type ex-gevangene voor wie terugkeer in de samenleving toenemend moeilijk is. Mensen zijn minder bereid zedendelinquenten in hun buurt te tolereren en worden mondiger in hun afwijzing. Ook in het geval van H. Hij was in 2006 al een keer veroordeeld voor misbruik van een neefje, en nu zat hij in de gevangenis voor het hebben en verspreiden van grote hoeveelheden kinderporno. Zijn terugkeer in de kinderrijke wijk Petenbos leidde tot grote commotie onder buurtbewoners met jonge kinderen.
Al snel ging de burgemeester zich ermee bemoeien. En bemoeien, dat houdt in dat Kolff afspraken met H. wilde maken om tegemoet te komen aan de begrijpelijke angst van de bewoners dat H. weer in de fout zou gaan. H. leek daar wel toe bereid, maar uiteindelijk tekende hij de opgestelde overeenkomst niet. Als een ex-gevangene niet mee wil werken, kan de burgemeester niet veel doen.
Gebiedsverboden gaan te ver, vonden rechters
Burgemeesters hebben in het verleden wel eigenhandig gebiedsverboden opgelegd. Dat gebeurde bijvoorbeeld in Eindhoven en de Utrechtse Heuvelrug. De gebiedsverboden, die in beide gevallen golden voor de hele gemeente, werden door de rechters van tafel geveegd. Zij vonden die maatregel, die is bedoeld voor “ernstige, tijdelijke ordeverstoringen” van de openbare orde, te ver gaan, schrijft Jorritsma.
Voordat de rechter het grondrecht op vrije beweging van een ex-delinquent beperkt, moet er meer aan de hand zijn dan onrust bij buurtbewoners door algemene vrees voor recidive.
Burgemeester Kolff wil bovendien geen tijdelijke oplossing, maar een structurele. Dus probeert hij het bij de civiele rechter, en treedt hij op namens de burgers. De redenering is dat H. onrechtmatig handelt tegenover de buurtbewoners als hij tussen hen in woont zonder aan voorwaarden te voldoen die de kans op recidive moeten verkleinen. Het probleem is dat ook de civiele rechter niet snel de bewegingsvrijheid van burgers aan banden legt.
Jan Willem H. kwam eind juni vrij na een gevangenisstraf van bijna een jaar.