Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

Een arts is een man. Ja toch?

Mensen in rolafwijkende beroepen hebben het vaak moeilijk, zegt hoogleraar Naomi Ellemers.

Even valt het stil. Je gesprekspartner verslikt zich in zijn drankje, en zegt dan: ‘Góh! Is dat je baan? Had ik nooit gedacht.’

Vooroordelen. Terwijl het allang geaccepteerd is om elke baan te kiezen die je wilt, kleeft er aan sommige beroepen toch nog een stereotype. Een arts is een man. Een kinderoppas een vrouw.

Naomi Ellemers is hoogleraar organisatiepsychologie en onderzoekt statusverschillen tussen groepen en diversiteit in organisaties. „Vooroordelen willen ‘afschaffen’ heeft geen zin. Over het algemeen bieden vooroordelen, of stereotiepe verwachtingen juist een handige manier om snel veel informatie te krijgen over een onbekende situatie of onbekende personen.” Dat wil natuurlijk niet zeggen dat het klopt. „Bedenk goed dat het een grove inschatting is van wat meestal het geval is.”

Het probleem zit er meer in dat een verwachting overgaat in een waardeoordeel. „Mensen houden er niet van als anderen hun verwachtingen niet bevestigen. Daar worden ze ongemakkelijk van”, zegt Ellemers. Daarom worden mensen die afwijken vaak negatief beoordeeld, puur omdat ze anders zijn dan we hadden gedacht. „Dit is een van de mechanismen waarmee stereotiepe rolverdelingen in stand worden gehouden, en waardoor mensen in rolafwijkende beroepen het vaak moeilijk hebben.”

Vooroordelen over werk en persoon berusten bijvoorbeeld op wat we het meeste om ons heen zien. De meeste schoonheidsspecialisten zijn vrouwen, dus dan verwacht je dat je nieuwe schoonheidsspecialist ook een vrouw is. Ellemers: „Dit soort stereotiepe verwachtingen veranderen pas als de werkelijkheid verandert.”

En dat gaat langzaam. „Lange tijd zien mensen een afwijking van het verwachte patroon als een uitzondering.” Als voorbeeld noemt Ellemers een beroep als arts of rechter. „Er worden nu meer vrouwen dan mannen opgeleid in deze beroepen, toch zijn we nog steeds geneigd ze als mannenberoepen te zien.”

Als meer vrouwen in een bepaald vakgebied gaan werken, geldt vaak de ‘wet van Sullerot’Ellemers: „Het aanzien en het salaris van een beroep gaan omlaag als er meer vrouwen aanwezig zijn. Ook een hardnekkig verschijnsel.”