Menno Meyjes, tegenwoordig in Engeland gevestigd, brak in 1985 door met een Oscarnominatie voor zijn bewerking van Alice Walkers roman The Color Purple. Met Het Diner, zijn vierde film als regisseur, maakt hij zijn Nederlandse speelfilmdebuut. Meyjes bewerkte zelf de bestseller van Herman Koch tot een filmscript. Hoe gaat dat in zijn werk, zo’n boekadaptatie?
„Op het moment dat ik weet dat ik een boek ga bewerken, ben ik natuurlijk de meest aandachtige lezer. Je hebt het gevoel dat je naar goud zoekt. Ik heb het boek een keer of drie gelezen. Eerst met gele stift in de hand, daarna met een zacht potlood waarmee ik streepjes onder zinnen zet en kleine notities in de kantlijn kriebel.
„Het is een omslachtige methode. Tegenwoordig kun je een softwareprogramma krijgen waarin het hele boek al in scriptvorm wordt weergegeven. Maar dat wil ik niet, want dan schaats je er overheen, weet je eigenlijk niet waar het echt om gaat. Ik gebruik een pocket van het boek die ik opengeslagen onder het toetsenbord vouw en dan ga ik schrijven. Ik begon mijn script zoals het boek: over de porties geluk die je wilt vasthouden – in wezen gaat het verhaal daarover.”
Herman Koch
„Herman Koch verbergt heel veel dingen in het boek, hij gebruikt een interessante manier van vertellen. Hij gaat een paar stapjes naar voren en dan in één keer vijf stappen terug. Het is heel gesyncopeerd, heel muzikaal.
Koch brengt het amoreel en emotieloos, maar eigenlijk heeft hij de emoties verborgen. Voor mij was dat een openbaring, het hele verhaal gaat over subtekst. Ik wilde dan ook een film maken waarin alles subtekst is. Om iets te verdoezelen, maken de personages opmerkingen over nietszeggende dingen. Ze hebben het over de Kardashians, de gym, de nieuwste Woody Allen, noem maar op. Ze hebben het niet over waar ze het werkelijk over moeten hebben: wat hun zonen hebben gedaan met de zwerfster. Dat onderwerp doet zo’n pijn, dat is zo verschrikkelijk, daar kunnen ze het eigenlijk niet over hebben.”
„Voice-over is mij heel dierbaar, daarmee kun je van ongemakkelijke expositie afkomen. In Nederland merkte ik een anti-voice-over-houding: mag niet! Dat vond ik zo ongelooflijk, alsof het een zonde is. Zo’n theoretische afwijzing van voice-over had ik in Amerika nog nooit meegemaakt. Bij het Filmfonds vroegen ze: hoe gaat u daar dan mee om? Dan denk je: goh, wat zouden Terrence Malick en Martin Scorsese antwoorden?
Voice-over is oké als je in het begin al besluit dat het deel van de film wordt. Voice-over is niet zo oké als tijdens de montage blijkt dat je het nodig hebt als stoplap om problemen op te lossen.”
Familieleven
„Ik wilde een thriller maken over het familieleven, want in die context maken wij de interessantste dingen mee. Hoe goed kennen wij de mensen van wie we zoveel houden? Dit gaat over mensen die niet helemaal weten waar zij eindigen en hun kinderen beginnen. Volgens mij komt dat door een zeker narcisme. Zo ziet Serge zichzelf graag gereflecteerd in de ramen van het restaurant.
„Paul heeft zich helemaal vastgeklampt aan het gezin omdat hij heeft gefaald: problemen met woedebeheersing, al jaren werkloos. Werkloze vaders richten zich vaak obsessief op het gezin. Mijn uitgangspunt is: Paul doet gekke dingen die hij beter kan laten, maar is zich daarvan bewust. Hij weet wat voor impact hij heeft, dat probeert hij te verzachten. Claire is echt gek. Zij krijgt iets stars in haar ogen naarmate de film vordert.”
„Ik kreeg de verfilming van Het Diner eerst aangeboden in Amerika, maar ik kwam er al snel achter dat ik mijn ideeën daar niet kon realiseren. De Amerikaanse producent vond het ontbreken van een moreel oordeel pervers. Dat is cultureel bepaald volgens mij, moraliteit is een Angelsaksische preoccupatie. Terwijl de moraliteit van boek en film afspatten, maar Amerikanen zien dat niet zo.
„De neiging naar moraliteit is heel primair. Ik verzet me er niet tegen, maar er zit geen drama in en dat heb je in een film nodig. Expliciete morele oordelen zitten een verhaal in de weg, je krijgt opeens een zondagsschoollesje. ‘Je vertelt me iets wat ik al wist’, is dan mijn reactie. Goede verhalen gaan over wat je nog niet wist.”