Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Algemeen

AH-bonuskaart is er niet voor klanten zonder e-mail

Problemen met bedrijven en overheidsdiensten? Help@nrc.nl gaat elke woensdag op zoek naar antwoorden

Wie: diverse klagers

De kwestie: de nieuwe bonuskaart van AH

Albert Heijn heeft begin oktober een nieuwe bonuskaart geïntroduceerd. Tot 6 januari kunnen klanten hun bonuskaart omruilen voor een nieuwe. Maar dan begint de ellende, blijkt uit klachten van AH-klanten. Om in aanmerking te komen voor persoonlijke bonusaanbiedingen dient de kaart worden geactiveerd. Dat moet via internet: de klant moet zijn e-mailadres invullen, dat vervolgens als gebruikersnaam geldt.

Maar hoe moeten mensen die geen computer hebben dat doen? Ook zijn er klachten van echtparen die wel hun e-mailadres, maar niet hun bonuskaart delen. Per mailadres kan maar één bonuskaart worden geactiveerd.

Voor mensen die geen computer hebben is het inderdaad lastig, zegt een woordvoerder van het supermarktconcern. „Dat beseffen wij. Maar wij kunnen ook niet iemand in de winkel neerzetten met een pc die deze mensen helpt. Dat heeft met privacy te maken. En we willen ook voorkomen dat klanten zich gedwongen voelen om de nieuwe bonuskaart te activeren en hun gegevens af te staan. Gelukkig hebben de meeste klanten wel een kind of een buurman die ze vertrouwen en die hen kan helpen.”

Moet er dan speciaal een e-mailadres worden aangemaakt om de bonuskaart te activeren? „Volgens mij hoeft dat niet en kunnen er meerdere kaarten op één e-mailadres. Dat zoek ik nog even uit.” Al snel komt de woordvoerder met uitsluitsel. „Het klopt inderdaad dat je nu geen twee bonuskaarten aan één e-mailadres kunt koppelen. Deze wens van onze klanten nemen we natuurlijk serieus en we bekijken eventuele mogelijkheden.”

Barbara Rijlaarsdam