Toptarief van 52 naar 49,5 procent - compensatie voor lagere renteaftrek

Het belastingtarief voor de hoogste inkomens daalt op termijn van 52 procent tot 49,5 procent. De belastingverlaging compenseert de lagere belastingaftrek van de hypotheekrente waar huizenbezitters recht op hebben. Het toptarief gaat vanaf 2018 in kleine stapjes naar beneden.

Deze compensatie is gisteavond door de fracties van VVD en D66 in de Tweede Kamer voorgesteld en kan inmiddels op een ruime meerderheid rekenen. Ook minister Blok (VVD, Wonen) steunt het plan en komt nog deze week met een doorrekening. Om deze belastingverlaging te financieren, wordt de derde belastingschijf minder verlengd dan Blok aanvankelijk wilde. Mensen zullen daardoor eerder in het toptarief terechtkomen.

Tarieven tweede en derde schijf ook omlaag

Eerder was al duidelijk dat ook de tarieven voor de tweede en derde belastingschijf omlaag gaan, van 42 naar 38 procent. Dat gebeurt eveneens in kleine stapjes. Pas in 2042 moeten de nieuwe belastingschijven zijn bereikt.

De aanpassing van de tarieven is bedoeld als compensatie voor een reeks maatregelen die de aftrekbaarheid van de hypotheekrente moet beperken. Die maatregelen leveren in totaal 5,3 miljard op.

Mensen die vanaf dit jaar een huis kopen, moeten jaarlijks een deel van hun hypotheek aflossen om in aanmerking te komen voor de hypotheekrenteafrek. Ook mogen potentiële huizenkopers een minder hoge hypotheek nemen dan vroeger. Achterliggende gedachte is dat de lagere aftrekbaarheid er op termijn voor gaat zorgen dat de relatief hoge schulden huizenkopers afnemen. Paulus Jansen:

“De VVD heeft met het woonakkoord al de hoofdprijs en alle troostprijzen binnengehaald, maar blijft toch ontevreden.”

Door het toptarief te verlagen willen VVD en D66 ervoor zorgen dat alle inkomens profiteren. Van de verlaging van het tarief in de tweede en derde schijf profiteren ook lagere inkomens. “We willen met ons voorstel meer recht doen aan degenen die het meeste belasting betalen”, zegt Kees Verhoeven (D66).