En weer gaat de Nobelprijs voor de Vrede naar een orgaan en niet naar een individu: de internationale waakhond tegen de verspreiding van chemische wapens OPCW krijgt de prijs. De organisatie staat op dit moment voor een van de grootste uitdagingen in haar bestaan: toezien op de ontmanteling van de chemische wapens in Syrië.
De organisatie, die gevestigd is in Den Haag en waar zo’n 500 mensen werken, houdt toezicht op de naleving van de Conventie tegen Chemische Wapens die 1997 van kracht werd. En sinds vorige maand staat ze voor de gewichtige taak om Syrië te ontdoen van zijn tonnen aan mosterdgas, zenuwgas en de raketten en granaten om ze te verspreiden.
In Syrië moeten inspecteurs duizend ton mosterdgas en zenuwgassen als sarin, en de grondstoffen daarvoor, onschadelijk maken. Plus granaten en raketten om ze te verspreiden. Zo’n honderd inspecteurs gaan de komende maanden ruim twintig gebieden bezoeken om het gifgasarsenaal te ontmantelen. Secretaris-generaal van de VN Ban Ki Moon, noemde het eerder een extreem gevaarlijke operatie, “die eenvoudigweg nog nooit eerder is geprobeerd”.
Hoe zo’n proces in z’n werk gaat en hoe een team aan de slag gaat, valt te zien in dit korte reportagefilmpje achter de schermen van het laboratorium:
http://youtu.be/6PAzkBY6Bak
Bijna alle landen - in totaal 189 - van de wereld zijn lid van OPCW. Alleen Angola, Noord-Korea, Egypte en Zuid-Soedan zijn geen lid. Israël en Myanmar hebben het verdrag ondertekend, maar niet geratificeerd. Albanië, India, Irak, Libië, Rusland en de VS hebben openlijk verklaard dat ze chemische wapens bezitten. De organisatie heeft de afgelopen jaren meer dan vijfduizend inspecties verricht in 86 landen.
Volgens de OPCW is 81 procent van alle voorraden aan chemische wapens in de wereld vernietigd. Albanie, India en Zuid-Korea zouden hun chemische wapens hebben vernietigd, de VS zou 90 procent hebben vernietigd, Rusland 70 procent, Libië 51 procent. Van de zeventig productiefaciliteiten zouden er 43 zijn vernietigd en 21 zijn omgebouwd voor andere doelen.
Een langere toelichting van het werk van OPCW en het proces van inspectie is hier te zien: