Ze leeft nog: Christiane F. Ze werd 35 jaar geleden wereldberoemd met ‘Wir Kinder vom Bahnhof Zoo’ (1978), haar autobiografie over de Berlijnse subcultuur. Vandaag komt haar tweede boek uit: ‘Mensen wilden weten hoe het verder ging.’
Ook Christiane F. zelf vindt het verbazingwekkend dat ze nog leeft, schrijft NRC-correspondent Berlijn Frank Vermeulen vandaag in nrc.next. Alle aan de heroïne verslaafde tieners die zich eind jaren zeventig samen met Christiane bij een Berlijns station te koop aanboden, en wereldberoemd werden door het boek en de gelijknamige film Wir Kinder vom Bahnhof Zoo (1981), zijn inmiddels overleden.
Vandaag presenteert Christiane F., die nooit gestopt is drugs te gebruiken, met Mein zweites Leben (Mijn tweede leven) het vervolg op haar autobiografische werk. Een klein wonder, zegt ze in een booktrailer op YouTube-film: “Ik ben vijfendertig jaar later nog steeds niet dood. Bijna niemand geloofde dat ik 51 jaar zou worden.”
Volgens de Facebook-pagina van het boek betreft haar tweede werk:
“Een geschiedenis van hoop en hel, gelukkige jaren in Griekenland, de overlevingsstrijd in de vrouwenbajes, avonturen met rockidolen, literaire sterren en drugsdealers.”
Ontluisterende geschiedenis over de ‘Babystrich’
Eind jaren zeventig schreven Stern-journalisten Kai Hermann en Horst Rieck samen met de toen zestienjarige Christiane F. Wir Kinder vom Bahnhof Zoo. De twee journalisten spraken enkele maanden met F. over de Berlijnse scene van verslaafde kinderhoertjes waar ze in verstrikt was geraakt. F., die vanaf haar twaalfde in die wereld verkeerde, deed er nuchter verslag van. Het boek werd zo’n drie miljoen keer verkocht. Vijf miljoen mensen zagen de film, die in z’n geheel op YouTube staat:
Hoewel ze de beide Stern-journalisten over een periode van een paar maanden sprak, zag Christiane tot haar eigen stomme verbazing in 1978 in een kiosk haar gezicht prominent op de cover van Stern staan. Over dat moment zegt ze deze week in een groot interview met Die Zeit:
“Dat was een behoorlijke schok, niemand had me daarvoor gewaarschuwd. Maar goed: we praten ook over een tijd dat mobiele telefoons en antwoordapparaten nog niet bestonden.”