Meer dan driehonderd Somaliërs en Eritreërs verdronken vorige week vlakbij Lampedusa. De meerderheid had in Europa asiel gekregen als ze levend waren aangekomen. Immers, ze ontvluchtten een burgeroorlog en een autoritair regime. En de landen waar zij doorheen reisden (Soedan, Libië) bieden geen bescherming.
Het aantal migranten dat jaarlijks omkomt op de Middellandse Zee is sinds 1990 gestegen van enkelen tot rond de 1.500. Het gaat om doden die in de Europese pers zijn gemeld. De werkelijke aantallen zijn veel hoger. Wij werken aan een onderzoek om het precieze aantal slachtoffers te achterhalen. De huidige cijfers wijzen erop dat sprake is van een sterke stijging.
Als onderdeel van de Europese integratie introduceerde Italië in 1990 een restrictief immigratie- en asielbeleid. Hierdoor werd de mogelijkheid voor vluchtelingen en migranten om Europa legaal te bereiken afgesneden. Dat gebeurde ook in andere Europese landen. En zo kon het gebeuren dat een Somalische man met zijn kinderen vroeg om gezinshereniging met zijn vrouw, die in Nederland asiel had. Nederland weigerde vanwege het restrictieve na-reisbeleid. Hij werd in januari 2012 bij Malta uit zee gevist. De Nederlandse staatssecretaris vond dat hij terug moest naar Malta.
Europese regeringen reageren op de tragedie bij Lampedusa door aan te dringen op strengere grensbewaking. Het nieuwe Eurosur-systeem wordt dan genoemd. Een product van de defensie-industrie; een IT-systeem waarin informatie van grensovergangen, boten, satellieten en drones wordt geïntegreerd tot een informatiebron over migratiestromen. Dezer dagen wordt benadrukt dat Eurosur bedoeld is om mensen te redden. Dat is public relations. Kijk naar wat Eurosur gaat doen: illegale migranten opsporen en tegenhouden. Het is deel van het proces dat tot steeds meer doden leidt.
De stelling van regeringen is vaak dat het sterven op zee kan worden tegengegaan door te voorkomen dat migranten en vluchtelingen vertrekken uit hun land van herkomst of hun doorreisland. Nadat ontwikkelingshulp is afgeschaft, stuiten we nu op monterheid over het idee van het paradijs in Mogadishu, of over een asielsysteem in Libië dat aan basale vereisten voldoet. We juichen het enthousiasme toe, maar zien geen resultaat.
Zijn er alternatieven? Ten eerste: in het kader van het bestrijden van mensenhandel is in Europese landen (inclusief Italië) wetgeving geïntroduceerd die het voor vissersschepen riskant maakt om drenkelingen op te pikken. Ze lopen het risico te worden vervolgd op verdenking van mensensmokkel, en zulke vervolgingen komen ook voor. Die wetgeving moet worden aangepast. Het komt nu voor dat vissers doorvaren of migranten die proberen aan boord te klimmen terug de zee in duwen, uit angst voor een strafrechtelijke sanctie. Het strafrecht heeft hier perverse effecten die moeten worden weggenomen.
Ten tweede kan Europa een humanitaire corridor openen. De grote groepen onder de bootvluchtelingen (Syriërs, Somaliërs, Eritreërs) zijn relatief makkelijk te herkennen. Het huidige Europese beleid heeft als doel dat Libië en andere transitlanden vluchtelingen gaan tegenhouden. Dat werkt echter alleen maar contraproductief. Europa kan loketten openen in regio’s waar de humanitaire rampen plaatsvinden die de drenkelingen ontvluchten. Daar kan worden gezocht naar veilige plekken voor vluchtelingen, in Europa of elders.
Paolo Cuttitta en Thomas Spijkerboer werken aan de Vrije Universiteit aan een onderzoek naar grensdoden.