Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Economie

Kamp kan niet garanderen dat lastenverzwaring beperkt blijft tot 2 miljard

Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem tempert de verwachtingen over het pakket aan maatregelen dat het kabinet op Prinsjesdag presenteert om de economie een impuls te geven en de oplopende werkloosheid te bestrijden. Dat bleek vandaag na afloop van de eerste ministerraad na de zomer.

Kamp vanmiddag op de eerste ministerraad na het zomerreces.
Kamp vanmiddag op de eerste ministerraad na het zomerreces. Foto ANP / Evert-Jan Daniels

Minister Henk Kamp (Economische Zaken, VVD) wil niet toezeggen dat extra bezuinigingen in 2014 voor maximaal een derde uit lastenverzwaring bestaan. “We staan aan de vooravond van de begrotingsbesprekingen. Het lijkt me niet zinnig om nu uitspraken te doen over de uitkomsten”, aldus Kamp na afloop van de ministerraad.

Eerder heeft onder anderen premier Rutte benadrukt dat de lastenverzwaringen in het extra pakket van 6 miljard aan ombuigingen beperkt moeten blijven. Hij noemde in de Tweede Kamer een derde aan lastenverzwaringen (hogere belastingen) het maximale. Tweederde moet dan bestaan uit lagere overheidsuitgaven. Kamp zei gisteren dat “het een illusie is om te bezuinigen zonder lastenverzwaringen”. Met name in regeringspartij VVD ligt een verdere verhoging van de belastingen heel gevoelig. Desondanks wilde Kamp niet de garantie geven dat de lastenverhoging tot 2 miljard beperkt blijft.

Komende weken discussie over extra ombuigingen

Minister Dijsselbloem (Financiën, PvdA) benadrukte gisteren dat belastingverhogingen op termijn niet meer dan een derde van de bezuinigingen gaan vormen. Hij liet in het midden of dat ook voor het pakket van 6 miljard geldt.

“Mijn ambitie is het om dat percentage voor de langere termijn verder te verlagen.”

De komende twee weken discussieert het kabinet over de extra ombuigingen. Gisteren kwam het kabinet in een korte ministerraad bijeen die van tien uur tot half een duurde. In verband met de begrafenis van prins Johan Friso hield premier Rutte niet zijn gebruikelijke persconferentie. Anders dan veel ministers heeft Rutte zich nog niet uitgelaten over de verslechterde economische prognoses van het CPB. Het planbureau verwacht voor komend jaar een groei van 0,75 procent maar economen zijn bang dat extra bezuinigingen die groei teniet zal doen.

Op Prinsjesdag (17 september) zal het pakket aan bezuinigingen worden gepresenteerd. Een deel van de maatregelen werden al in maart gepresenteerd, toen duidelijk werd dat het begrotingstekort in 2014 boven de 3 procent zou uitkomen. Zo gaat de inkomstenbelasting omhoog en mogen ministeries komend jaar minder uitgeven.

Het Centraal Planbureau kwam deze week met de prognose dat het begrotingstekort in 2014 op 3,9 procent uitkomt. De Europese Commissie heeft ermee ingestemd dat Den Haag het tekort met 6 miljard zal terugbrengen, waarmee het tekort op meer dan 3 procent zal uitkomen.

Dijsselbloem: stimuleringspakket en geen investeringspakket

Dijsselbloem temperde gisteren de verwachting dat die besparingen vergezeld zullen gaan met een groot investeringspakket om de economie nieuw leven in te blazen.

“Ik spreek nadrukkelijk van een stimuleringspakket en niet van een investeringspakket, omdat niet het beeld moet ontstaan dat de overheid miljarden in de economie gaat pompen. Dat geld is er niet.”

Dijsselbloem wil de consument stimuleren meer uit te geven. Dat kan onder meer door vermogens, die om fiscale redenen vastzitten, wil nieuwe belastingregels vrij te spelen.

Vice-premier Lodewijk Asscher (Sociale Zaken, PvdA) sprak eerder deze week wel van een investeringspakket dat onder meer de stijging van de werkloosheid moet beperken.
Volgens Dijsselbloem is het veel belangrijker dat de consument en het bedrijfsleven weer meer vertrouwen krijgt. “Daar zit veel meer investerings- en bestedingscapaciteit dan bij de Nederlandse overheid.”