De aanleiding
Het is warm. On-Nederlands tropisch zelfs. Maar gelukkig – en dat is dan weer wél erg Nederlands – treffen we uitgebreide voorzorgsmaatregelen tegen de extreme temperaturen.
Weerinstituut KNMI gaf afgelopen zondag ‘code geel’ af, een waarschuwing voor extreme hitte. Diezelfde dag werd ook het ‘Nationaal Hitteplan’ actief, zo bepaalde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Dat moet „kwetsbare groepen” tegen de hitte beschermen. Het Nederlandse Rode Kruis riep zijn 33.000 vrijwilligers gisteren bovendien op in actie te komen om het volk te beschermen tegen verbranding, uitdroging en uitputting.
En nee, dat is niet overdreven, vindt het Rode Kruis. Nederlanders zijn zich namelijk onvoldoende bewust van het risico van hittegolven, zegt een woordvoerder tegen persbureau ANP. Maar extreme hitte heeft extreme gevolgen – óók in Nederland. Want: „De hittegolf van 2006 kostte duizend mensen het leven en bracht Nederland in de wereldwijde topvijf van dodelijkste rampen van dat jaar”, waarschuwt de woordvoerder – een Nederlandse ramp op wereldschaal dus.
En, klopt het?
Een ramp. Dat suggereert paniek, onheil en verderf. In ieder geval is het iets wat vermeden moet worden. Maar wanneer heet een onwenselijke situatie eigenlijk ‘officieel’ een ramp? Volgens een veelgebruikte internationale definitie is een ramp een „onvoorziene en vaak plotselinge gebeurtenis die grote schade, vernietiging en menselijk leed veroorzaakt”. Daar hoort geen ‘minimum’ aantal slachtoffers bij.
Alle rampen die zich in de wereld voltrekken worden keurig gedocumenteerd in de International Disaster Database – dat klinkt misschien als een fictief archief, maar bestaat echt. In deze databank zijn statistische gegevens te vinden over de ruim 15.000 rampen die zich hebben voltrokken sinds begin vorige eeuw – van overstromingen tot industriële ongelukken.
Het internationale Centre for Research on the Epidemiology of Disasters (CRED) houdt de rampendatabank up-to-date. Ieder jaar rapporteert dit in Brussel gevestigde onderzoeksinstituut bovendien over de rampen die zich dat jaar voltrokken en het aantal dodelijke slachtoffers. Vanaf vijftig doden classificeert het CRED een ramp als ‘groot’. Rampen die minder dan vijf levens eisen worden beschouwd als ‘klein’.
In 2006 voltrokken zich in totaal 427 rampen, zo blijkt uit het rapport over dat jaar. ‘Tabel 1’ presenteert direct de heftigste cijfers: een toptien van de rampen die de meeste doden veroorzaakten. Het lijstje wordt aangevoerd door een aardbeving in Yogyakarta in Indonesië – met afstand. Die ramp kostte 5.778 mensen het leven. Ramp nummer twee is een tyfoon in de Filippijnen, gevolgd door een hittegolf in Frankrijk en een aardverschuiving, ook al op de Filippijnen.
En inderdaad. Op de vijfde plaats in de tabel staat Nederland. ‘Ramptype’? Hittegolf. ‘Aantal doden’? Duizend.
Net als dit jaar kwam de hittegolf van 2006 ons land in juli binnengezeild. Het was de warmste maand in drie eeuwen met een gemiddelde temperatuur van 6,6 graden Celsius boven het gemiddelde. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek waren er die maand duizend sterfgevallen meer dan ‘normaal’ – gemiddeld zijn dat er in juli zo’n 2.500 per week. De meeste slachtoffers vielen in het zuiden van het land vanwege iets hogere temperaturen. Onder de slachtoffers waren relatief veel oudere vrouwen.
Conclusie
Hoe aangenaam ook, zomerhitte kan gevaarlijk zijn, zo waarschuwde het Rode Kruis gisteren. Om de waarschuwing kracht bij te zetten haalde een woordvoerder de gevolgen van een eerdere hittegolf aan. Zeven jaar geleden kostte de hitte „duizend mensen het leven” en belandde Nederland pardoes „in de wereldwijde topvijf van dodelijkste rampen van dat jaar”. Oppassen dus, met de hoge temperaturen dezer dagen.
Rampenstatistieken zijn te vinden in de International Disaster Database. De beheerder van die databank, het Centre for Research on the Epidemiology of Disasters, maakt elk jaar bekend bij welke ramp de meeste dodelijke slachtoffers vielen. Uit het rapport over 2006 blijkt dat de hittegolf in Nederland in juli van dat jaar als nummer vijf op dat lijstje staat. En dus precies binnen de ‘topvijf’. Wij beoordelen deze bewering daarom als waar.