- Dus u heeft een dinosaurus aangereden?
- Zó’n joekel, meneer. Stak blind over.
- Vlakbij Luttelgeest zeker?
- Nou, net voor de afslag... Kijk, dit hield ik eraan over.
- Heeft u de soort ook herkend? Was het misschien een Rex?
- Hoe moet ik dat weten? Ik zag nog net die staart wegzwiepen...
- Tja. Eerst die wolf, toen een neushoorn... Nu dit weer.
- Tja? Geloof u me soms niet? Ze rukken op, die beesten. Hoorde ik.
- Gaat u nou eerst die slagtand ergens neerleggen, dan praten we verder.
(SdJ)