Zet de tv aan en je hoort ze. Geert Wilders die vindt dat Griekenland „z’n eigen boontjes moet oplossen”. Ivo Opstelten die ergens een mouw aan vast wil knopen. Of Matthijs van Nieuwkerk die zegt: „Er is geen kip overboord.”
Volgens Laurens Bosman en Wilmar Versprille (allebei 29) zijn dat soort verhaspelingen niet de schuld van de mensen. Uitdrukkingen die ooit werden bedacht om iets ingewikkelds uit te leggen, zijn zelf onbegrijpelijk geworden. Zonde, vinden ze. Zeker in een tijd waarin mensen steeds bondiger met elkaar communiceren. Het werd hun missie om het spreekwoord terug te brengen in de volksmond.
Laurens en Wilmar, die allebei in de communicatiewereld werken, ontwikkelden begin dit jaar Paarse Krokodillentranen: een online spel waarin moderne versies van oude gezegden worden bedacht. Om de week storten vijf taalvirtuozen – onder wie schrijvers, dichters, copywriters, cabaretiers en rappers – zich op één vergeten spreekwoord. Door te stemmen bepaalt het publiek wie de beste is. Via de Facebook-pagina kunnen ook onbekende woordkunstenaars meedoen.
Naast het oppoetsen van vergeten spreekwoorden, vertelt Paarse Krokodillentranen in samenwerking met het Genootschap Onze Taal ook de verhalen achter bekende uitdrukkingen als ‘op het nippertje’ (het laatste stukje van het achterdek van een schip) of ‘peentjes zweten’ (die niet blijkt te gaan over zo hard zweten dat er wortels uit je poriën schieten, maar over het zweten van ‘pintjes’ – een pint is ongeveer een halve liter).
De spreekwoordenwedstrijd heeft inmiddels bijna drieduizend aanhangers op Facebook. In september wordt besloten welke woordkunstenaar het beste nieuwe spreekwoord heeft bedacht. Hij of zij wordt dan tot grootste taalvirtuoos van Nederland uitgeroepen. ‘Als de wagen te water is, kiest men de Bob’ van tekstschrijver Michiel Eijsbouts is alvast kanshebber, net als ‘t Is z’n swag of d’r tieten die jou doet liken of retweeten’ van auteur Sidney Vollmer en ‘Een burn-out parkeer je niet even op je iCloud’ van rapper Sticks.
Waarom Paarse Krokodillentranen?
Laurens: „Een paar jaar geleden was er op televisie een commercial van OHRA, waarin een moeder met haar dochtertje bij het loket van een zwembad komt. Het dochtertje is haar paarse opblaaskrokodil verloren, maar om hem terug te krijgen, moeten ze eerst iets van honderd formulieren invullen. Sinds die commercial is het begrip paarse krokodil een metafoor voor overdreven bureaucratie geworden. EditieNL gebruikte het deze week nog: ‘Ambtenaren zijn de afgelopen jaren een stuk minder productief geworden – Paarse krokodil kost ons miljarden’.”
Wilmar: „Wij vonden dit een mooi voorbeeld van moderne beeldspraak. Krokodillentranen zijn daarentegen weer oud. Met de naam Paarse Krokodillentranen koppelen we het nieuwe aan het oude.”
Wat is er mis met de oude spreekwoorden?
Laurens: „Veel spreekwoorden zijn ontstaan rond de Gouden Eeuw en zijn sindsdien nooit aangepast. Ga maar na: bijna allemaal gaan ze over landbouw, godsdienst en scheepvaart. Het zijn niet langer de herkenbare alledaagse voorbeelden die het ooit waren. Ze spreken niet meer tot de verbeelding. Dat kan door twee dingen komen: door de ouderwetse woorden die er in staan, of doordat de moraal die ze bevatten gedateerd is.”
Waar moet een ‘vers’ spreekwoord aan voldoen?
Wilmar: „Het is belangrijk dat het blijft hangen. Mensen moeten meteen begrijpen wat er bedoeld wordt. Daarnaast moet een spreekwoord tot de verbeelding spreken. En het is handig als het lekker loopt of rijmt.”
Laurens: „Ken je het spreekwoord ‘Met tijd en stro rijpen de mispels’? Mispels zijn een soort vruchten die men vroeger nadat ze geplukt waren eerst een tijdje in het stro legde om te rijpen. Het wil dus eigenlijk zeggen: neem de tijd en het komt vanzelf goed. Op de Facebookpagina heeft een meisje dit spreekwoord voor ons opgepoetst. Zij heeft ervan gemaakt: ‘Al loert de snelle rij, blijven staan is dichterbij’. Iedereen kent die situatie in de supermarkt. Als je dit tegen iemand zegt, heeft die persoon meteen het juiste gevoel te pakken.”
Er zullen vast taalpuristen zijn die dit maar niets vinden. Krijgen jullie ook kritiek?
Wilmar: „We krijgen wel eens mailtjes van mensen die zeggen dat wat we doen verloedering van de Nederlandse taal is. Maar op deze manier laten we ook zien wat het oude spreekwoord inhield.”
Laurens: „Je ziet dat veel mensen in de knel raken als ze een spreekwoord gebruiken. Dat is volgens ons een signaal. Toen we net begonnen met dit project hebben we eerst eens even een spreekwoordenboek opengeslagen. We kenden er misschien vijf. Een heleboel spreekwoorden zijn al uit ons taalgebruik verdwenen. Natuurlijk kun je ze beschermen, maar wij doen dat eigenlijk spelenderwijs. Je hoeft niet per se afscheid van de oude spreekwoorden te nemen.”
Wilmar: „Ons doel is uiteindelijk een nieuw spreekwoord te ontwikkelen. Misschien lukt het niet, maar dan weten een heleboel mensen toch maar mooi weer wat een nippertje is.”
Op paarsekrokodillentranen.nl kun je de komende maanden stemmen op je favoriete nieuwe spreekwoord. Zelf meespelen? Dat kan via facebook.com/PaarseKrokodillentranen