NSA: meer dan 50 aanslagen afgewend door afluisteren

Dankzij de afluisterpraktijken van de National Security Agency (NSA) zijn meer dan vijftig terreuraanslagen voorkomen. Eén van de doelen was de New Yorkse beurs, zei NSA-directeur Keith Alexander vanmiddag in een hoorzitting tegenover de veiligheidscommissie van het Huis van Afgevaardigden, meldt persbureau Reuters.

Eén van die verijdelde aanslagen was een samenzwering tussen een extremist uit Jemen en een Amerikaan om de New York Stock Exchange op te blazen, aldus plaatsvervangend hoofd van de FBI Sean Joyce tijdens diezelfde hoorzitting. Tijdens het monitoren van die extremist ontdekten veiligheidsagenten volgens Joyce het “op handen zijnde plot”.

Volgens Alexanders getuigenis zijn afluisterprogramma’s cruciaal en hebben ze niet alleen de Verenigde Staten maar ook haar bondgenoten beschermd:

“De afgelopen jaren hebben dit soort programma’s, samen met andere veiligheidsdiensten, de Verenigde Staten en onze bondgenoten beschermd tegen terreurdreigingen uit de hele wereld. Ze hebben ook bijgedragen aan het voorkomen van meer dan vijftig gevallen sinds 9/11.”

Alexander verdedigde vorige week al de activiteiten van de inlichtingendiensten tijdens een hoorzitting nadat hem werd gevraagd een schatting te maken hoeveel de afluisterpraktijken de NSA precies opleveren. Hij waarschuwde toen ook dat het uitlekken van het bestaan van de programma’s het werk van de NSA de afgelopen weken heeft bemoeilijkt, en de veiligheid van het land en haar bondgenoten in gevaar brengt.

Edward Snowden, de 29-jarige Amerikaan die de afluisterpraktijken van het Amerikaanse PRISM-programma vorige week aan het licht bracht, sprak de noodzaak van afluisteren gisteren tijdens een livechat met de Britse krant The Guardian nog tegen, schrijft persbureau AP. Zo zouden de geboekte successen van het afluisteren overdreven zijn, en een zogenaamde verdachte van een aanslag op de New Yorkse metro ook op andere manieren achterhaald kunnen zijn, aldus AP.