In de koffiebar van de Utrechtse universiteitsbibliotheek drukte een studente mij een blaadje in de handen. Een paar aan elkaar geniete A4’tjes, zwart-wit, met artikelen over illegalen en foute multinationals. We raakten in gesprek. De studente – lang lichtbruin haar met een slag, bruine ogen – probeerde mij ervan te overtuigen dat de uitputting van de aarde aanstaande is. Het Westen dringt de consumptiemaatschappij op aan arme landen. Die exploitatie van hebzucht zal leiden tot een fatale laatste wereldoorlog.
Ik was niet overtuigd, wel onder de indruk van haar bevlogenheid. Na een kwartier ging ze verder met het uitdelen van haar blaadjes. Koffie sloeg ze af. Het verbaasde me dat ze haar naam niet noemde toen ik haar wat verlaat de hand schudde. Zo bleef ze naamloos voor mij.
Tot ik haar weer zag. In een filmpje op internet hield ze een bord vast met daarop ‘Ik ben geen onderdaan’. Ze was opgepakt op de Dam tijdens de inhuldigingsceremonie van Willem-Alexander in Amsterdam. Agenten hadden haar meegenomen zodat ze nog voor de balkonscène van de wuivende Oranjes uit het zicht verdween. Dit was de veelbesproken Joanna, die eerder bij het Beatrixtheater in Utrecht was afgevoerd toen ze een bord omhoog hield met de tekst ‘Weg met de monarchie, het is 2013’.
Inmiddels wordt ook in deze krant haar achternaam vermeld: Van der Hoek. In Pauw & Witteman (op 29 en 30 april was zij te gast, op 1 mei was ze het gespreksonderwerp toen de Amsterdamse burgemeester Eberhard van der Laan het politieoptreden verdedigde) wordt ze op haar verzoek nog steeds alleen bij haar voornaam genoemd. Dat ze ook bij onze kennismaking haar naam achterwege liet, begrijp ik na een rondgang op internet.
Op weblogs en vooral op Twitter wordt ze weggehoond. Nu is dat niet het medium van de nuance, maar ‘Joanna de Waanzinnige’ lijkt niet minder dan een nationale vijand. BN’ers vallen over haar heen. Een Trouw-columniste noemt haar een ‘aandachtsgeil grietje’. Twitteraar @Sebastiaan1976 verwijst naar Joanna’s uitspraak dat de arrestaties haar aan het Noord-Koreaanse regime doen denken: „Was het hier maar Noord Korea!!! Dan hing Joanna allang aan de hoogste boom! Met d'r kartonnen bordje ernaast!”
De vraag is of nu haar republikeinse standpunt of de persoon Joanna zoveel weerstand oproept. Ik neig naar het eerste. Toen mijn zusje (20 jaar, student literatuurwetenschap, bepaald geen angry young woman) laatst meedeed aan het Tros-televisiespelletje Lingo, werd haar door presentatrice Lucille Werner gevraagd wat ze op 30 april zou gaan doen. Niets, moest ze bekennen, want republikein. Ook dit statement werd niet enthousiast ontvangen. „Ga op 30 april lekker op een wad zitten ofzo muts”, schreef een negentienjarige verpleegkundestudent op Twitter.
Vrijheid van meningsuiting is prima, zolang het maar de algemene is. Wie niet meegaat in de Oranje-flow wordt belachelijk gemaakt of agressief bejegend. Tot een inhoudelijke uitwisseling van gedachten komt het niet.
Niet op het web, maar ook zeker niet op televisie. Daar werd de republikeinse zaak in aanloop naar de troonswisseling aan alle kanten gebagatelliseerd. In veel programma’s werd benadrukt dat er ‘zo weinig’ republikeinen kwamen opdagen om te protesteren. En de mensen die wel de moeite namen? Flauw dat zij zo’n gezellig feestje wilden verzieken – maar het is ze lekker niet gelukt.
„Ik weet niet meer wie ik moet vertrouwen”, zei Joanna in een interview nadat ze drie uur door de politie was vastgehouden. Ze had het gevoel dat ze continu werd gevolgd door agenten in burger.
Het is niet de politie die zij moet vrezen, maar het onverdraagzame Oranjevolk. Dat duldt geen idealisten.
Merlijn Kerkhof (1986) is freelance journalist en republikein.