Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

Tsjak. Splet. Groente hakken op helse wijze

Berberian Sound Studio. Regie: Peter Strickland. Met: Toby Jones. In: 6 bioscopen.****

Tak. Tsjak. Splet. Pruttel. Dat zoiets zo huiselijks als het smoren van een pan groente zo onheilspellend kan klinken. Toch is dat precies wat gebeurt in Berberian Sound Studio. Die groenten liggen niet voor de gezelligheid op het hakblok. Ze worden gebruikt door de ‘foley artists’, oftewel de Gerauschmachers annex geluidskunstenaars die achter de schermen aan de geluidseffecten werken die zullen moeten klinken bij de horrorfilm die in deze film-in-en-over-film gedraaid wordt.

Peter Stricklands Berberian Sound Studio is een film over geluid. Het is ook een ode aan de Italiaanse horrorfilm uit de jaren zeventig, waarin de soundtrack vaak los van de actie op de set werd opgenomen. Dat leverde veel vrijheid tijdens het draaien op. En nog meer mogelijkheden om de film van geluidseffecten te voorzien. Als een psychologische thriller speelt Berberian Sound Studio ook met het effect van geluid op de toeschouwer. En op hoofdpersoon Gilderoy natuurlijk, een Engelse geluidstechnicus die naar Italië wordt gehaald om een film over heksenvervolging van gruwelgeluiden te voorzien. Gilderoy heeft zo zijn eigen obsessies. En langzamerhand bezorgen de trillingen in zijn oren hem hallucinaties en wanen waardoor ook de toeschouwer niet meer weet wat waar is en wat niet.

Op die manier verenigt de film het beste van twee werelden: de lol van de genrefilm en het film-over-film-genre waarin louche cliché-Italianen beeldschone actrices niet alleen in de fictieve film The Equestrian Vortex martelen en tarten. En de wereld van de psychothriller waarin de toeschouwer ook het gevoel krijgt dat hij zelf de greep op de realiteit kwijtraakt.

Strickland illustreert dit verschuiven van werkelijkheden natuurlijk met geluid. Je zou af en toe wensen dat je je ogen kon sluiten om de film met je oren te zien. Maar hij componeerde ook freudiaans geïnspireerde beeldcomposities. Zonder al te veel te hoeven uitleggen, ontstaat zo een intrigerende samenzang waarin de grens tussen feit en fictie, observatie en inbeelding en tussen Berberian Sound Studio en The Equestrain Vortex vervaagt. Ook wij zullen nooit meer het groen van een worteltje trekken of een radijsje van z’n loof ontdoen zonder te denken aan heksen die aan ravenzwarte haren in het hellevuur worden gesleurd. Strickland speelt met gevaarlijke frequenties. Met duivels plezier.

Dana Linssen