Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Economie

‘Ik wil niet sterven in Guantánamo Bay’ - maar hij zit er al elf jaar zonder proces

Gitmo is killing me“, schrijft de 35-jarige Samir Naji al Hasan Moqbel vanochtend in een opiniestuk in de International Herald Tribune. De gevangenen daar zijn al sinds begin februari in hongerstaking. “Één man hier weegt slechts 77 pond (dat is 35 kilo, red.). Een ander 98 (44,5 kilo). De laatste keer woog ik 132 pond (60 kilo), maar dat was een maand geleden.”

Een gevangene op een gemeenschappelijke ruimte in Guantánamo Bay, op een archiefoto uit 2007.
Een gevangene op een gemeenschappelijke ruimte in Guantánamo Bay, op een archiefoto uit 2007. Foto EPA / Shawn Thew

Gitmo is killing me“, schrijft de 35-jarige Samir Naji al Hasan Moqbel vanochtend in een opiniestuk in de International Herald Tribune. Hoewel, echt zelf schrijven deed hij het niet: de sinds 2002 in Guantánamo Bay opgesloten man vertelde zijn verhaal via een Arabische tolk aan zijn advocaten, die het verhaal over zijn toestand aan de krant deden toekomen.

“Één man hier weegt slechts 77 pond (dat is 35 kilo, red.). Een ander 98 (44,5 kilo). De laatste keer woog ik 132 pond (60 kilo), maar dat was een maand geleden.”

Afgelopen weekend liepen de spanningen in de Amerikaanse gevangenis Guantanámo Bay opnieuw op. De gevangenen zijn al sinds begin februari in hongerstaking uit protest tegen hun uitzichtloze gevangenschap en de omstandigheden op de basis op Cuba, en zaterdag braken gevechten uit.

Over die gevechten schrijft Al Hasan Moqbel niet. Wel geeft zijn verhaal wat meer inzicht in waarom de gevangenen zich zaterdag zo verzetten met bezemstelen en knuppels van plastic waterflessen, toen bewakers hen wilden verplaatsen van een gemeenschappelijke afdeling naar eenpersoonscellen.

Elf jaar en drie maanden zonder proces

Al Hasan Moqbel zit al elf jaar en drie maanden vast, vertelt hij. Er zijn hem nooit misdaden ten laste gelegd, een rechtszaak is er nooit geweest. Volgens hem had hij al jaren geleden thuis kunnen zijn, omdat niemand denkt dat hij echt een bedreiging is. Waarom hij daar dan nog steeds zit, blijft onduidelijk. Al Hasan Moqbel denkt dat het simpelweg niemand iets uitmaakt.

Waarom hij überhaupt dan ooit daar terecht kwam? Volgens het leger was hij bewaker van Osama bin Laden. Maar volgens Al Hasan Moqbel is dat complete onzin. Oorspronkelijk komt hij uit Jemen. Hij dacht meer geld te kunnen verdienen in Afghanistan dan met zijn fabrieksbaantje. Daar aangekomen bleek dat niet zo te zijn. Hij had geen geld om naar huis te vliegen, en vluchtte toen de oorlog in Afghanistan begon naar Pakistan. Daar werd hij opgepakt en uiteindelijk met een enkeltje naar ‘Gitmo’ (Guantanamo Bay) gestuurd.

Waarom is hij nog niet terug? Volgens Al Hasan Moqbel simpelweg ‘omdat Obama weigert gevangenen terug te sturen naar Jemen’. Wat daar achter zit? In 2009 werd besloten dat de repatriatie van Jemenitische gevangenen voorlopig zou worden gestopt. Dat volgde op een poging tot een zelfmoordaanslag in een vliegtuig dat van Amsterdam naar Chicago vloog. De man die de bom in zijn ondergoed had verstopt, zei in Jemen te zijn getraind door een oorspronkelijk uit de VS komende al-Qaeda-man. De Jemenitische overheid zou niet in staat zijn de gevangenen goed te doen reïntegreren in de maatschappij. Jemenieten zijn dan ook de grootste groep van nog overblijvende gevangenen in Guantánamo Bay.

‘Ik ben een mens, geen paspoort, en ik verdien het als mens behandeld te worden’

Sinds 10 februari is hij in hongerstaking: I will not eat until they restore my dignity. Maar daarmee wordt nogal hardhandig omgegaan, beschrijft hij. Van het herstellen van zijn waardigheid is geen sprake.

“Vorige maand, op 15 maart, lag ik ziek in het gevangenisziekenhuis en weigerde ik te eten. Een team van het E.R.F. (Extreme Reaction Forde), een troep van acht militaire politieagenten met reluitrusting, stormde binnen. Ze bonden mijn handen en voeten aan het bed. Ze staken onder dwang een infuus in mijn hand. Ik ben 26 uur lang in deze toestand achtergebleven, aan het bed vastgebonden. Ik mocht in die tijd niet naar het toilet. Ze plaatsten een katheter, wat pijnlijk, vernederend en onnodig was.”

Sinds die tijd wordt hij onder dwang met een voedingssonde, vastgebonden, gevoed. Genoeg personeel om al die hongerstakers te voeden is er niet, waardoor het snel, waardoor met meer pijn gepaard, en zonder veel regelmaat gebeurt. Dagelijks vallen de veertig mensen in hongerstaking volgens hem flauw van uitputting, en er lijkt geen einde aan de gevangenschap te komen, schrijft hij.

“Ik wil hier niet sterven, maar totdat president Obama en de president van Jemen iets doen, is dat wat ik iedere dag op het spel zet.”

Een bijzonder inzicht van een gevangene zelf, over wat in Guantánamo Bay volgens hem gebeurt.