Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Ontwikkelingshulp

Praten over mensenrechten is steeds minder vaak gratis

Kamerleden zijn gek op mensenrechten. Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken weten dat ze bij ontmoetingen met niet-westerse collega’s geheid een boodschappenlijstje van de Kamer meekrijgen. Veroordeel de onvrijheid van meningsuiting/onderdrukking van christenen/discriminatie van homo’s. Of: dring aan op eerlijke verkiezingen/gelijke rechten voor vrouwen/vrijlating van die-en-die activist.

Je kunt er onmogelijk tegen zijn. En daarom willen die Kamerleden – meestal uit de oppositie – dat ook. Voor hun kiezers, die op televisie zien hoe zielige christenen door boze moslims hun kerk uit worden geschopt. Of hoe de zoveelste monnik in Tibet zichzelf in brand steekt, uit protest tegen China. Onze minister moet zich er tegen uitspreken. En in het openbaar, anders telt het niet.

Maar heeft het ook zin? Minister Timmermans, die China nog één keer waarschuwt dat het de rechten van Oeigoeren of bloggers moet respecteren? Zal Vladimir Poetin tot inkeer komen en het proces tegen oppositie-activist Alexej Navalny laten stopzetten, mocht Mark Rutte er tijdens het bezoek van de Russische president over beginnen?

Een berucht voorbeeld was Birma, dat tot begin 2011 zuchtte onder het bewind van een militaire junta. Elke keer dat het huisarrest van oppositieleider Aung San Suu Kyi werd verlengd, riepen westerse parlementsleden op tot verscherping van sancties tegen het land. Klonk goed voor hun kiezers, maar de Birmezen hadden er vooral last van. Zij liepen toeristendollars en banen in westerse fabrieken mis.

Zinvol of niet: voor Nederlandse bewindslieden betekent het ‘M-woord’ in veel gevallen hoofdpijn. Praten over mensenrechten kan steeds minder vaak gratis. Vroeger kon Nederland zijn vingertje ongestraft opheffen tegen arme landen die zich misdroegen – hoogstens een relletje was het gevolg. Maar inmiddels zijn die arme landen zelfbewuste groeikanonnen, waar Nederland meer te halen heeft dan uit te delen.

Neem Indonesië: toen Jan Pronk het land in 1992 schoffeerde door te lang over mensenrechten door te praten, was het gevolg dat Indonesië de Nederlandse ontwikkelingshulp boycotte. Tsja. Vorig jaar weigerde de Nederlandse Tweede Kamer uit bezorgdheid over mensenrechtenschendingen een partij oude tanks aan Indonesië te verkopen. Het land haalde zijn schouders op en kocht de tanks van Duitsland. De schatkist liep zo’n 200 miljoen euro mis.

In deze De Wereld leggen diplomatiek verslaggever Mark Kranenburg en Rusland-redacteur Hubert Smeets uit hoe veel er bij het bezoek van Poetin aan Nederland op het spel staat. Nederland is Ruslands tweede investeerder, gasgiganten Gasunie en Gazprom uit beide landen werken nauw samen. Zal minister Timmermans in die context kritiek uiten op de nieuwe Russische wet tegen ‘homopropaganda’? Als Kamerlid toonde hij zich in elk geval een mensenrechten-enthousiasteling – hij heeft beloofd dat als minister te blijven.