Het spoor is het afgelopen jaar onveiliger geworden. Ondanks tientallen miljoenen euro’s die in de veiligheid van het spoor werden gestoken, reden 13 procent meer trein in 2012 door rood, schrijft De Telegraaf vandaag.
De krant heeft cijfers van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in handen waar dit uit blijkt. Een klap voor de spoorsector, aldus de krant. In 2009 werd beloofd dat machinisten jaarlijks niet vaker dan 133 keer door rood zouden moeten rijden. Vorig jaar werd echter 175 keer door rood gereden. Ook in 2011 werd al te vaak een rood sein gemist: 155 keer.
Op 21 april 2012 vielen er een dode en tientallen gewonden toen een machinist voor station Amsterdam Centraal een rood sein miste en met een andere trein in botsing kwam. Naast dit ongeluk kwam er volgens de Inspectie twintig keer een “potentieel zeer gevaarlijke situatie” met kans op dodelijke slachtoffers voor. Enkele dagen na het treinongeluk bij Amsterdam reed bovendien opnieuw een trein door rood. Een volle reizigerstrein van de NS zou bij Utrecht een wissel kapot hebben gereden en vervolgens bijna een goederentrein van Strukton hebben geraakt.
In de krant ontkent de NS dat er vorig jaar bij hen vaker door rood is gereden:
“Onze roodlichtpassages zijn vergeleken met vorig jaar gedaald van 95 naar 93.”
Volgens de cijfers van de ILT zou het bij de NS echter gaan om 106 treinen die door rood reden.
Miljoenen euro’s geïnvesteerd in veiligheid spoor
Na het treinongeluk in april lieten de NS en Prorail weten vijftig miljoen euro te investeren in nieuwe waarschuwingssystemen voor het passeren van rode seinen.
Ook werd vorig jaar meer geïnvesteerd in het remsysteem ATB-vv, dat treinen die met een snelheid van minder dan veertig kilometer per uur een rood sein naderen, automatisch stilzet. Dat kostte nog eens 25 miljoen euro.