De Amerikaanse durfkapitaalsector heeft haar slechte prestaties de afgelopen tien jaar niet kunnen opvijzelen. Op een niveau van 6,1 procent op jaarbasis over het decennium tot september afgelopen jaar komen de rendementen van de durfkapitaalfondsen volgens Cambridge Associates en de National Venrure Capital Association (NVCA) lager uit dan die van saaie beursindexen als Nasdaq en Russell 2000.
Vorig jaar haalden de durfkapitaalfondsen volgens de NVCA en Thomson Reuters 20,6 miljard dollar aan nieuw kapitaal binnen. Dat is ongeveer 10 procent meer dan in 2011. Helaas zijn de uitkeringen die door de fondsen zijn gedaan achtergebleven bij het kapitaal dat er sinds 1999 in is gestopt.
De score van vorig jaar is ook ruim vijf maal het gemiddelde bedrag dat door durfkapitaalfirma’s jaarlijks werd opgehaald in het decennium vóór de dotcomzeepbel. Die zeepbel is geknapt, maar de honger van de durfkapitaalfondsen is nooit met hetzelfde percentage afgenomen.
Voor start-ups is het goedkoper geworden een plekje te veroveren op markten als die voor internetdiensten en software. Voeg daarbij dat het makkelijker is geworden buiten de durfkapitaalfirma’s om aan geld te komen, en het aanbod van kapitaal en de behoefte daaraan bij beginnende bedrijfjes sluiten blijkbaar niet goed meer op elkaar aan.
Toch zitten er grote verschillen tussen de prestaties. Enkele goed ingevoerde, grote durfkapitaalfirma’s als Andreessen Horowitz doen het nog steeds heel goed. Opgericht in 2009 heeft de firma al diverse lucratieve ‘exits’ achter de rug, dankzij succesnummers als Nicira, Groupon en Zynga. De meeste concurrenten doen het veel slechter. De Kauffman Foundation becijferde vorig jaar dat de helft van de durfkapitaalfondsen niet het kapitaal retourneerde dat beleggers erin hadden gestopt.
Durfkapitaalfirma’s staan bloot aan dezelfde verlokkingen als hedgefondsen en private equity-firma’s. Als beleggers over de brug komen, kunnen de managementvergoedingen aantrekkelijk zijn, zelfs als dat betekent dat er mindere goden moeten worden gesteund. In plaats van tot sluiting te worden gedwongen kunnen ze jaren blijven bestaan.
Het enorme pensioenfonds van de staat Californië (Calpers) kent 24 fondsen die vóór de millenniumwisseling zijn gestart. De meeste van deze fondsen bezorgen hun beleggers al jaren negatieve rendementen. Desondanks zijn ze niet ontmanteld.
Calpers heeft zijn deelname in durfkapitaalfondsen sinds vorig jaar juni teruggebracht naar 1 procent van zijn 234 miljard dollar aan bezittingen. De rapportage van Kauffman Foundation fungeert als een soort alarmbel. Toch lijken de durfkapitaalfirma’s weinig moeite te hebben met het binnenhalen van nieuw kapitaal. Op een paar grote namen na moeten beleggers de sector ontdoen van haar mystieke uitstraling, en méér transparantie en méér waar voor hun geld eisen.
Breakingviews is een dagelijks commentaar uit het buitenland. Vertaling Menno Grootveld.