Een rechter in Den Haag heeft Shell Nigeria veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan één Nigeriaanse boer wegens milieuschade aangericht door olielekkages. Alle vorderingen tegen moedermaatschappij Shell zijn afgewezen.
Samen met Milieudefensie daagden vier Nigeriaanse boeren het machtige Brits-Nederlandse Shell-concern voor de rechter vanwege vier olielekkages in het land. Die zouden hun akkers en visgronden in de Nigerdelta hebben veranderd in een inktzwart spooklandschap. Het is voor het eerst dat een Nederlandse multinational zich thuis moest verantwoorden voor vermeende misstanden begaan door een dochteronderneming in het buitenland.
Rechter: lekkage gevolg van sabotage
De rechter stelt vast dat de vier olielekkages niet het gevolg zijn van gebrekkig onderhoud door Shell, maar van sabotage.
“Op grond van het toepasselijke Nigeriaans recht is een oliemaatschappij in beginsel niet aansprakelijk voor olielekkages door sabotage. Om die hoofdreden zijn alle vorderingen in vier van de vijf rechtszaken afgewezen.”
Dat de rechter in de andere zaak, over twee olielekkages bij het dorp Ikot Ada Udo, wel een schadevergoeding moet komen, komt omdat Shell Nigeria in dat specifieke geval een “zorgplicht heeft geschonden” en “bijzondere nalatigheid moet worden verweten”.
“Bij dat dorp was op zeer eenvoudige wijze sabotage gepleegd in 2006 en 2007, door met een Engelse sleutel bovengrondse afsluiters van een, door Shell Nigeria verlaten olieput open te draaien. Shell Nigeria had die sabotage eenvoudig kunnen en moeten voorkomen door vóór 2006 al de betonplug te plaatsen, die zij pas in 2010 tijdens de lopende rechtszaak heeft geplaatst.”
Moedermaatschappij niet verantwoordelijk
De claim van Milieudefensie werd afgewezen omdat de olielekkages volgens Nigeriaans recht niet onrechtmatig jegens Milieudefensie zijn. Op Twitter stelt de organisatie blij te zijn met de uitspraak vanwege de precedentwerking, maar volgens Afrika-redacteur Toon Beemsterboer zet deze uitspraak niet meteen de deur wijd open voor meer van dit soort procedures.
“De zaak werd door activisten gezien als een doorbraak in het ter verantwoording roepen van multinationals, maar de rechter heeft alle vorderingen tegen de moedermaatschappij afgewezen. Onder het Nigeriaanse recht is het moederbedrijf niet verplicht is te voorkomen dat haar dochterondernemingen misdrijven begaan. Het is Shell Nigeria die de ene boete moet betalen, het moederbedrijf is dus niet verantwoordelijk gesteld. Deze zaak zet dus alleen op een kier voor meer van dit soort procedures.”
Milieudefensie heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan. Shell heeft aan NRC Handelsblad laten weten blij te zijn met het vonnis.
“Het was sabotage en de moedermaatschappij is niet verantwoordelijk.”
‘In eigen land onmogelijk om recht te halen’
Vier Nigeriaanse landbouwers en vissers, afkomstig uit drie dorpen in de Niger Delta, begonnen vier jaar geleden samen met Milieudefensie een civiele rechtszaak tegen Shell Petroleum Development Company of Nigeria (SDPC) en de moedermaatschappij. Daarbij hebben ze heel wat juridische obstakels overwonnen. Ze beschouwden het al als overwinning dat de Nederlandse rechtbank zich in 2009 bevoegd achtte in deze zaak een uitspraak te doen. Shell vond dat de zaak niet thuis hoorde voor een Nederlandse rechtbank en dat het moederconcern niet verantwoordelijk kon worden gesteld voor eventuele wandaden van het dochterbedrijf.
De zaak past in een internationale trend. Het gebeurt namelijk steeds vaker dat burgers uit ontwikkelingslanden civiele procedures aanspannen tegen moedermaatschappijen van multinationals in het Westen, schrijft nrc.next vanochtend.
“Multinationals beteugelen is voor hun opponenten nagenoeg onbegonnen werk. Jarenlang kreeg niemand er vat op, noch via de Verenigde Naties, noch via de Internationale Arbeidsorganisatie ILO, noch via raden van commissarissen. Pas door inschakeling van de rechter lijkt het tij langzaam te keren. De afgelopen tien, vijftien jaar zijn er in het Westen tientallen rechtszaken gevoerd. Onder meer tegen Adidas, Chiquita, BP, Nestlé, Coca Cola en ExxonMobil.”
Gedupeerden stappen in het Westen naar de rechter, omdat het in eigen land vaak onmogelijk is om hun recht te halen. Het rechtssysteem in ontwikkelingslanden is zwak en makkelijk te beïnvloeden door multinationals die vaak nauwe banden hebben met het regime.