Doping? Nee, het ging hem vooral om de gezondheid van de sporters die hij van bloedzakken voorzag. „Het zwaarste voor sporters is vaak niet de wedstrijd zelf, maar de training in de aanloop naar de wedstrijd. Tijdens een etappewedstrijd deden we nooit transfusies.”
Hilariteit gisteren op de tribune van de rechtbank in Madrid toen de dopingarts Eufemiano Fuentes verhaalde over de medische ‘begeleiding’ die hij in de periode rondom 2006, toen de zaak aan het licht kwam, aan sporters gaf. „De meeste sporters hadden bloedarmoede door zware trainingen. Daarom dienden we vers bloed toe.”
Fuentes is de spil in Operación Puerto, een van de grootste dopingschandalen in de sporthistorie. Gisteren begon in Madrid het proces dat ongeveer zes weken in beslag zal nemen.
In totaal zijn er 35 getuigen opgeroepen, onder wie (ex-)renners als Alberto Contador, Joseba Beloki, Marcos Serrano en Jörg Jaksche. Fuentes is een van de vijf hoofdverdachten die straffen kunnen krijgen van twee jaar vanwege het in gevaar brengen van de gezondheid van sporters. Het gebruik van bloeddoping was destijds volgens de Spaanse wet niet strafbaar.
Het waren niet alleen wielrenners – deze krant onthulde recentelijk dat ook Thomas Dekker klant was van Fuentes – die bij bloeddoping betrokken waren. Fuentes: „In 2006 werkte ik samen met mensen uit verschillende sporten: voetballers, atleten, wielrenners, een bokser”.
Namen noemde Fuentes niet, behalve die van drie renners die al bekend waren. De meeste klanten gaan nog schuil onder de codenamen die op de ruim 200 bloedzakken die de politie in 2006 bij invallen in appartementen in Madrid aantrof.