Bij bijna elke editie van Amsterdam Fashion Week werd het Nederlandse modemerk The People of the Labyrinths gevraagd of het er wilde showen, maar altijd was het antwoord nee. Tot deze keer: Carlo Wijnands, sinds anderhalf jaar de programmadirecteur van de modeweek en al lang een fan van het label („de Viktor & Rolf van de jaren tachtig”), wist Geert de Rooij en Hans Demoed, de mannen achter het label, zover te krijgen hun allereerste grote show te geven. Bovendien wilde hij de modeweek nu eens openen met een label dat een commercieel succes is; The People of the Labyrinths heeft winkels in Amsterdam en Arnhem, en nog eens 100 verkooppunten over de hele wereld, hun tweede lijn A.Maze heeft er 15.
Dat wil niet zeggen dat de show ook een commercieel doel had; de nieuwe collectie, voor najaar 2013, liet het merk niet zien; die zal volgende week aan inkopers gepresenteerd worden op een beurs in Parijs. De openingsshow van de achttiende Amsterdamse modeweek was vooral een vrolijk en kleurrijk feestje voor de pers, de gasten van sponsor Vodafone en fans van het label, die er soms speciaal voor uit het buitenland waren gekomen. De show begon met een historisch overzicht, beginnend met een outfit uit de eindexamencollectie van De Rooij, tot en met een aantal stukken uit de collectie van 2010, allemaal gedragen door roodharige modellen op geverfde cowboylaarzen. De oude stukken deden opmerkelijk weinig gedateerd aan. Dat zal iets te maken hebben met de slimme styling, maar ook met het feit dat The People of the Labyrinths altijd dezelfde soort dingen is blijven maken: kleren van handbedrukte stoffen en stukken leer; een hippie-achtige, luxe stijl die zich weinig gelegen laat liggen aan trends. Daarna volgden de voorjaarscollectie van A.Maze en de eerste lijn. Een herkenbare stijl heeft ook Invidivuals, dat het voorprogramma verzorgde voor de show van The People of the Labyrinths. Individuals (acht verkooppunten) wordt gemaakt door studenten van het derde jaar van modeopleiding Amfi in Amsterdam, maar ondanks die wisselende samenstelling doet het altijd enigszins denken aan het werk van ontwerpers als Ann Demeulemeester: veel zwart, veel wit, tikje gothic. Geheel in lijn met de grote internationale merken had de najaarscollectie voor 2013 veel winterjassen: asymmetrisch gesneden, met dramatische kragen of gemaakt uit verschillende materialen – er was altijd nadrukkelijk iets aan ontworpen. Ze werden vooral werden gedragen met strakke leren broeken. Veel werk was gemaakt van de styling: grijze pruikjes, tribal hoofdtooien, monumentale metalen halssieraden. Een verzorgde show, die helaas een beetje gedateerd aandeed: je zou hopen dat twintigers niet zo zwaar zouden leunen op bestaande mode. Wilder was de show van Collectie Arnhem (een verkooppunt), dat wordt gemaakt door de derdejaars modestudenten van ArtEZ: ook de mannelijke modellen liepen in rode lakpumps, ballerina’s, loeistrakke gebreide jumpsuits en momentale baljurken, en er waren losjes vallende jumpsuits, jurken, broeken en tops van zwart latex, een materiaal dat bekend is uit de seksindustrie. Een latex jasje en een transparante rode jurk waren versierd met muizenvellen, compleet met poten, koppen en staarten. De muizen waren door de studenten hoogstpersoonlijk gevild. Omdat er nog steeds zoveel discussie is over bont, wilden ze meemaken hoe het werkelijk is om met dode dieren te werken.