Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Geopolitiek

VN luidt noodklok over ‘ernstige misdaden’ in Noord-Korea

De nieuwe leider van Noord-Korea, Kim-Jong un, op 1 januari tijdens zijn nieuwjaarstoespraak. Volgens de VN is de mensenrechtensituatie onder zijn bewind niet verbeterd. Foto Reuters via Noord-Koreaans staatsperbureau KNCA

VN-mensenrechtenchef Navi Pillay roept op tot een internationaal onderzoek naar decennia van ernstige mensenrechtenschendingen in Noord-Korea. Pillay zei vanochtend dat de mensenrechtensituatie niet verbeterd is sinds Kim-Jong un ruim een jaar geleden aan de macht kwam.

Een internationaal onderzoek is volgens Pillay nodig omdat er in Noord-Korea al tientallen jaren “ernstige misdaden” tegen de bevolking in Noord-Korea zouden worden gepleegd. Ze noemde de mensenrechtensituatie in Noord-Korea “een van de ergste - maar minst begrepen en gerapporteerde - mensenrechtensituaties in de wereld”.

Zo’n 200.000 Noord-Koreanen zitten vast in strafkampen

Pillay stelt dat er in Noord-Korea zo’n 200.000 mensen worden vastgehouden in zes kampen voor politieke gevangenen. Deze zaken verdienen volgens Pillay meer aandacht dan het nucleaire programma van het land, dat nadrukkelijk wel de aandacht heeft van de internationale gemeenschap.

Veel gevangenen in de kampen worden er geslagen, gemarteld of geëxecuteerd en niemand heeft er ooit genoeg te eten. Wie tijdens de werkdagen van 12 tot 15 uur per dag zijn productiequotum niet haalt, verdwijnt vaak langere tijd in een cel, die zo klein is dat je er niet rechtop in kunt staan of kunt zitten. Een proces krijgt bijna niemand. Veel gevangenen weten niet eens met zekerheid waarvoor ze eigenlijk vastzitten.

Mensenrechtenexpert David Hawk zei vorig jaar in NRC Handelsblad dat het Westen bang is dat Noord-Korea geen voedselhulp meer wil toelaten als het al te zeer aandringt op de mensenrechtensituatie in het land:

“De Noord-Koreanen willen niet over mensenrechten praten en de vrees bij westerse onderhandelaars is dat ze geïrriteerd raken en niet verder willen praten over nucleaire ontwapening of over hun raketten. Bovendien is er de kwestie van de periodieke hongersnoden en de noodzaak van voedselhulp. Donoren vrezen dat kritiek op de kampen de bereidheid van het regime vermindert hulp toe te laten.”