Het anti-trust onderzoek van de Amerikaanse Federal Trade Commission naar de dominante zoekmachine van Google is met een sisser afgelopen. Het bedrijf heeft beloofd zich voortaan te zullen gedragen.
De kansen van de regering waren altijd al twijfelachtig. Als zij Microsoft al niet te pakken kon krijgen, was Google helemaal te hoog gegrepen. Veel maakt het allemaal niet uit. Het is een probleem dat de markt zal moeten oplossen.
De op 2 januari bekendgemaakte schikking omvat een paar kleine lichtpuntjes voor de overheidswaakhond. Google zal arbitrage aanvragen alvorens gerechtelijke stappen te ondernemen tegen bedrijven die ervan worden beticht mobiele patenten te hebben geschonden die Google van Motorola heeft gekocht.
Bedrijven die niet willen dat hun gegevens worden geplunderd en weergegeven op gespecialiseerde Google-pagina’s kunnen dat aangeven zonder bang te hoeven zijn dat ze door Google zullen worden gestraft met lagere posities bij algemene zoekopdrachten.
Ten slotte zullen adverteerders hun data van Google mogen exporteren, waardoor het makkelijker wordt gelijktijdig campagnes te voeren op concurrerende sites.
Deze concessies zijn niet al te stevig. Google kan zoekresultaten naar eigen inzicht blijven weergeven. Dit betekent bijvoorbeeld dat als een gebruiker zoekt naar een Thais restaurant, er een Google-map kan verschijnen met recensies over het door Google gerunde Zagat – en wel als eerste resultaat. Dat levert Google een aanzienlijk voordeel op. Het betekent ook dat adverteerders met Google moeten onderhandelen als ze deze gebruikers willen bereiken.
Hoewel het voordeel voor Google dus groot is, staan toezichthouders en concurrenten voor een ongelijk gevecht in de rechtszaal. Ze moeten kunnen bewijzen dat consumenten hierdoor schade lijden.
Geen wonder dat de regering vrijwel met lege handen uit de strijd tevoorschijn is gekomen. Toen zij Microsoft ruim tien jaar geleden immers hardnekkig bleef achtervolgen, had de computergigant een nog groter marktaandeel dan Google nu, en was het veel duidelijker dat hij zijn positie misbruikte. Toch eindigde die zaak in essentie op gelijke wijze, met de belofte van Microsoft zich verantwoordelijker te gedragen.
De zaak-Microsoft toonde ook aan hoe concurrenten in de technologiesector effectiever kunnen zijn dan overheden bij het slechten van machtsposities. Microsoft is niet in staat geweest zijn stempel te drukken op de markt voor zoekopdrachten, smartphones of tablets. Uiteindelijk wacht Google hetzelfde lot.
In de tussentijd zullen bedrijven als Facebook en Microsoft zich gedwongen zien hun zaak rechtstreeks bij de consument te bepleiten en aan te tonen dat hun informatie actueler is en hun diensten beter zijn dan die van Google. Gezien de huidige stand van zaken is dat een betere uitkomst voor de consument dan hardhandig overheidsingrijpen.
Breakingviews is een dagelijks financieel commentaar uit het buitenland. Vertaling Menno Grootveld.