Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Milieu en natuur

Is het erg als een bultrug sterft? Helemaal niet

Sinds vorige week woensdag was (een deel van) het land in de ban van de gestrande bultrug. Foto Twitter / @wiewatwaarwendy

Na de dood van bultrug Johannes (of moeten we zeggen Johanna?) is vanochtend opnieuw een bultrug gesignaleerd voor de Nederlandse kust. Is het erg als een bultrug sterft? Helemaal niet, betoogt bioloog en wetenschapsjournalist Stephan van Duin. De bultrugpopulatie groeit net zo hard als de economie van China.

Johannes is dood. Voor wie het niet weet: Johannes is een twaalf meter lange bultrug. De opwinding over deze op een zandplaat bij Texel aangespoelde walvis vind ik als bioloog onbegrijpelijk. De tranen die om de bultrug zijn verspild, staan voor de afkalving van het respect voor wetenschappelijke expertise en voor een beperkt idee van wat natuur inhoudt.

Om bij het laatste te beginnen; is het erg als een bultrug sterft? Staat de populatie op inklappen? Nee hoor, bultruggen zijn een gezonde walvissoort, met flinke populaties, die net zo hard groeien als de economie van China. Die dieren sterven dus allemaal een keer, maar dat gebeurt slechts af en toe in Nederland. Heláás gebeurt dat hier zelden, al was het maar omdat we het ons dan niet kunnen permitteren om er telkens vijf dagen vol van te zijn. In gebieden waar een paar keer per jaar zo’n beest aanspoelt, krijgen ze geen naam, geen stille tocht en geen hoogstpersoonlijke complottheorie.

De reacties die zo’n absoluut non-event oproept, tonen Nederland op zijn smalst. Het is helemaal geen gek idee om een poging te doen een aangespoelde bultrug te redden, maar dan moet je er wel bij kunnen komen met een sleepboot of kraan. Dat is lastig in de ondiepe Waddenzee. Overigens is het de vraag of een verzwakt dier niet meteen weer op een zandbank zwemt, of überhaupt niet al te veel kracht heeft verloren om te overleven.

Bovendien kan het stranden zelf al een teken zijn van een zwak gestel, als de sonar of het evenwichtsorgaan niet goed meer functioneert. En hoe lang ligt hij er al? Walvissen ademen dan wel lucht, maar drogen toch uit, bezwijken onder hun enorme gewicht en oververhitten – en sterven hierdoor vaak binnen enkele dagen.

Er speelt dus een hoop mee, en dan moet je je afvragen of je hem niet gewoon moet laten liggen. Een gestorven walvis is een fantastische kans voor de natuur eromheen. Waarom zet je er niet een paar webcams naast en laat je iedereen meegenieten van de lange stoet aaseters die een stuk blubber (walvisvet) komen meepikken? Maak er desnoods een tv-programma van en iedereen ziet de schoonheid van een voortdaverende natuur.

Maar nee. Hij krijgt een naam, hij krijgt medelijden, en het onderwerp wordt behandeld alsof er geen leven is na de dood van Johannes. Hoe komen we nou terecht op zo’n emotionele helling, hoewel dit bij uitstek een (populair-)wetenschappelijk verhaal had kunnen zijn?

Wellicht omdat we ons niets meer aantrekken van de ratio van de expert. Elke bioloog die iets verstandigs te zeggen had, zoals de altijd redelijke Kees Moeliker maandag in de Volkskrant, werd steevast ondergesneeuwd of tegengesproken door iemand die op gelijk niveau werd gezet, maar dan met emotionele argumenten.

Als bioloog en wetenschapsjournalist heb ik een broertje dood aan deze obsessieve hoor en wederhoor. Als de wetenschappelijke consensus niet in balans is, moet de verslaglegging ervan dat dan wel zijn?

Het kadaver van de bultrug die vorige week strandde bij de Razende Bol tussen Den Helder en Texel, wordt in de haven van Texel aan land getakeld. Foto ANP / Catrinus van der Veen Het kadaver van de bultrug die vorige week strandde bij de Razende Bol tussen Den Helder en Texel, wordt in de haven van Texel aan land getakeld. Foto ANP / Catrinus van der Veen

Ik zou graag zeggen dat dit de enige keer is dat zoiets gebeurt, maar het gebeurt steeds vaker. Een tijdje terug verkondigde bakker Menno dat volkorenbrood slecht zou zijn. De wetenschap grinnikt even, doet zijn plicht en reageert, maar wat zegt RTL 4 na een item waarin de top van de Nederlandse voedingswetenschap de vloer aanveegt met deze eenzame roeper? “De meningen blijven verdeeld.” Alsjeblieft zeg. De nuance van de wetenschap legt het weer eens af tegen de brute botheid van het populisme.

Goed, terug naar Megaptera novaeangliae,de eigenlijke naam die we al lang geleden bedachten voor Johannes en zijn dertigduizend soortgenoten. Áls we dan eenmaal hebben besloten hem te laten liggen, is het not done over zijn lotsbestemming te praten als hij nog leeft, aldus de Partij voor de Dieren. Dat het Leidse natuurmuseum Naturalis het specimen – zo vers mogelijk – wil gebruiken om kennis te vergaren die de soort alleen maar ten goede kan komen, en ook nog eens het publiek van dichtbij kennis wil laten maken met deze prachtige dieren, maakt allemaal niet uit.

Lenie ’t Hart, die de Waddenzee volperst met zeehonden, sloot zich meteen aan bij de hetze tegen de ‘lijkenpikkers’. Over de ethiek van het tentoonstellen van zieke zeehonden horen we natuurlijk niets. Evenmin van de mensen die deelnemen aan de stille tocht, uit protest tegen “de geheime beslissing om het dier niet te redden, omdat het skelet al aan Naturalis was beloofd”. Leve de onderbuikconclusie!

Ik hoop eigenlijk gewoon dat die geheime afspraak is gemaakt. We hebben in Nederland nog veel te leren over de fascinerende, harde wetten van de natuur. Elk tentoongesteld skelet kan hierbij helpen. Als Naturalis op het bordje dan maar geen ‘Johannes’ zet.

Dit opiniestuk verscheen gisteren al in NRC Handelsblad en nrc.next.