Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Economie

Grote financiële risico’s bij onderwijsinstellingen

De Universiteit van Amsterdam zit zwaar in de financiële problemen door derivaten en staat 44 miljoen euro in de min. Foto / ANP
De Universiteit van Amsterdam zit zwaar in de financiële problemen door derivaten en staat 44 miljoen euro in de min. Foto / ANP De Universiteit van Amsterdam zit zwaar in de financiële problemen door derivaten en staat 44 miljoen euro in de min. Foto / ANP

Drie scholen in het mbo en drie universiteiten lopen grote financiële risico’s omdat zij in het bezit zijn van derivaten zonder dat daar een lening tegenover staat. Dit blijkt uit onderzoek van de onderwijsinspectie dat PvdA-minister Bussemaker van Onderwijs vanmiddag naar de Kamer stuurt.

Derivaten worden gekocht als verzekering tegen stijgende rente op een lening. Ongedekte derivaten zijn tegen de beleggingsregels voor scholen. Bij de betreffende onderwijsinstelling is de corresponderende lening echter nooit afgesloten, veelal omdat geplande bouwprojecten niet doorgingen.

Zes andere instellingen kunnen ook in de problemen komen met hun renteverzekeringen omdat zij een derivaat met ‘margin call’ hebben afgesloten. Dat is een verplichting waarbij de instelling extra onderpand, geld of gebouwen, voor de bank moet aanhouden.

De Universiteit van Amsterdam (UvA) zit het zwaarst in de problemen. Zij zit met derivaten waar geen lening tegenover staat en staat in totaal voor 44 miljoen euro in de min. De TU Eindhoven heeft derivaten met een margin call die door de gedaalde rente 31 miljoen euro minder waard zijn geworden. In het mbo zit het Groenhorst College, met vestigingen in Midden-Nederland, met een tekort van tien miljoen op derivaten waar geen lening tegenover staat.

Bussemaker gaat regels aanscherpen

In totaal maakt ongeveer eenderde van de instellingen in het mbo, hbo en wetenschappelijk onderwijs gebruik van derivaten. Omdat de rentestand laag is, hebben al deze verzekeringen momenteel een negatieve waarde. De totale actuele waarde van alle derivaten in het mbo bedraagt 74 miljoen euro negatief. In het hoger onderwijs bedraagt die waarde 216 miljoen euro negatief. Zolang de leningen worden afgelost, is dat geen acuut probleem. Maar als ze moeten worden afgestoten of overgesloten, moet het verlies worden goedgemaakt.

Minister Bussemaker schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat ze naar aanleiding van het rapport van de inspectie de regels gaat aanscherpen. Het blijft toegestaan voor instellingen om zich in te dekken tegen renteschommelingen, maar speculeren voor winst wordt verboden. Daarnaast moeten banken onderwijsinstellingen als niet-professionele belegger gaan beschouwen. Hierdoor heeft een bank een uitgebreide zorgplicht en moet zij beter voorlichten over risico’s.