Bij de inbraak in de Kunsthal in Rotterdam zijn zeven schilderijen gestolen. Dat meldt de politie zojuist.
De afbeeldingen van de gestolen schilderijen zijn inmiddels gepubliceerd. Het gaat om de volgende doeken:
- Pablo Picasso: ‘Tête d’Arlequin’ (1971)
- Henri Matisse: ‘la Liseuse en Blanc et Jaune’ (1919)
- Claude Monet: ‘Le pont de Waterloo à Londres’ (1901)
- Claude Monet: ‘Le Pont de Charing Cross, London’ (1901)
- Paul Gauguin: ‘Femme devant une fenêtre ouverte, dite la Fiancée’ (1888)
- Meyer de Haan: ‘Zelfportret’ (circa 1889 – ’91)
- Lucian Freud ‘Woman with Eyes Closed’ (2002)
Politie bezig met grootschalig sporenonderzoek
De inbraak bij de Kunsthal vond vannacht plaats, enkele uren na middernacht. De schilderijen die zijn meegenomen zijn miljoenen euro’s waard. De doeken behoren tot de toonaangevende Triton-collectie, waar ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van de Kunsthal een tentoonstelling aan is gewijd.
De politie is een grootschalig sporenonderzoek begonnen. Rechercheurs spreken met mogelijke getuigen en verzamelen de beschikbare camerabeelden. Uit eerste onderzoek is naar voren gekomen dat het gaat om een inbraak die goed is voorbereid.
Directrice van de Kunsthal, Emily Ansenk, zei eerder vandaag tegenover NRC “verbijsterd” te zijn. En: “Dit is het ergste wat je als museumdirecteur kan overkomen.” De Kunsthal is vandaag gesloten voor publiek.
‘Vermoedelijk enkele miljoenen euro’s waard’
Volgens oud-directeur van de Kunsthal Wim van Krimpen zijn de schilderijen die vannacht zijn ontvreemd vermoedelijk enkele miljoenen euro’s waard. Dat zei hij vanochtend in een interview met Radio 1. De oud-directeur, die tot 2000 werkzaam was bij de Kunsthal, heeft geen idee hoe de daders het museum zijn binnengedrongen. Van Krimpen:
“Misschien over het dak. Het is voor mij een raadsel. Het is een stevig massief gebouw. Je kunt niet door de ramen.”
De Kunsthal hield de deuren voor publiek vandaag gesloten.