Ze zeilen en ze leren. Enrique (15) en Hugo (13) Claassen, twee dyslectische broers uit Vijfhuizen, dobberen voor de kust van Engeland. Omdat geen enkele middelbare school in de buurt van Heemstede hen, naar eigen zeggen, accepteert vanwege hun leeshandicap volgen zij nu onderwijs-op-afstand via de Wereldschool. Dat mag alleen buiten de territoriale wateren en dus voeren ze in augustus uit.
Met hun zeiltocht willen de broers tevens aandacht vragen voor „de naar schatting 16.000 thuiszitters in Nederland”. Hulp kregen zij van kinderombudsman Marc Dullaert. Hij opende een digitaal meldpunt om na te gaan of scholen hun zorgplicht veronachtzamen. Bijvoorbeeld door kinderen te weigeren die passend onderwijs nodig hebben vanwege leer- of gedragsproblemen.
Het meldpunt is inmiddels gesloten. In drie weken ontving Dullaert „enkele honderden reacties”, zegt zijn woordvoerder. De meldingen variëren van kinderen die geen plaats op school kregen nadat ze een tijd in een instelling hadden gezeten tot jongeren die geweerd werden omdat ze extra ondersteuning nodig hadden als gevolg van gedragsproblemen of een stoornis. Dullaert presenteert zijn bevindingen komend voorjaar aan de minister van Onderwijs en de Tweede Kamer.
Demissionair minister Van Bijsterveldt (Onderwijs, CDA) verwacht dat met de invoering van de Wet passend onderwijs, voorzien in augustus 2014, het aantal niet-schoolgaande kinderen drastisch zal afnemen. Scholen zijn over twee jaar verplicht een passende onderwijsplek aan te bieden, ook voor kinderen met leer- en/of gedragsproblemen. Ouders hoeven zelf niet meer op zoek. Ook de familie Claassen niet.
De gemeente Den Haag wachtte de wet niet af en besloot het probleem van de thuiszitters vorig jaar steviger aan te pakken. Veel partijen bleken zich te bemoeien met niet-schoolgaande jongeren: jeugdzorg, de leerplichtambtenaar, de jeugdreclassering, de school, de onderwijsconsulent en de ouders. Maar de regie ontbrak. Met als gevolg dat uiteindelijk niemand zich echt verantwoordelijk voelde en een oplossing uitbleef, zegt de Haagse onderwijswethouder Ingrid van Engelshoven (D66). „Iemand moet de leiding nemen, want een kind is er niet bij gebaat als ouders en scholen eindeloos met elkaar gaan zitten zwartepieten, terwijl de hulpverleners elkaar blijven aankijken.”
Den Haag maakte vier van de 28 leerplichtambtenaren vrij en bracht deze onder in een zogeheten Team Thuiszitters. „Wij zijn fulltime op zoek naar thuiszittende scholieren en houden net zo lang vol totdat ze weer naar school gaan”, zegt coördinator Hettie van Nood. Het zijn veelal „de zware gevallen” die in het vizier komen: kinderen die worstelen met meerdere problemen, variërend van huiselijk geweld tot drugsverslaving. Het team zoekt, praat, controleert en brengt „de juiste partijen” bijeen. Van Nood: „Persoonlijke en vaak intensieve begeleiding, omdat er een heel verhaal achter zit.” De overige 24 leerplichtambtenaren van de gemeente houden zich vooral bezig met het kortstondige verzuim van incidentele spijbelaars.
De eerste resultaten stemmen Van Engelshoven hoopvol. Dankzij de nieuwe aanpak wist Den Haag het aantal niet-schoolgaande kinderen in een jaar te halveren: van 139 naar 69 leerlingen. Behalve in het formeren van een speciaal team schuilt het geheim volgens de wethouder in het verkorten van de termijn. Komen elders in Nederland de leerplichtambtenaren pas in actie na een absentie van vier weken, in Den Haag gebeurt dat al na tien dagen. Van Engelshoven: „Hoe langer een kind thuiszit, hoe lastiger wordt om hem of haar terug op school te krijgen. Dus hoe eerder je erbij bent, hoe beter dat is.”
Het succes valt of staat met de bereidwilligheid van scholen. Als die hun verzuimadministratie niet op orde hebben of geen melding maken van ongeoorloofde afwezigheid, dan staan de leerplichtambtenaren machteloos. Van Engelshoven zegt de banden met de 225 scholen in haar stad te hebben aangehaald. „Bovendien controleren we zeer streng of scholen hun verzuimadministratie op orde hebben en tijdig aan de bel trekken.” Scholen die na drie keer opnieuw in de fout gaan, kunnen een boete krijgen.
Of er de laatste jaren meer kinderen zonder school zitten, durft coördinator Van Nood niet te zeggen. „Pas nu we er intensief werk van maken wordt de omvang langzaam maar zeker duidelijk.” Kinderombudsman Dullaert stelde bij de opening van zijn meldpunt dat scholen steeds strengere toelatingseisen hanteren: leerlingen met leer- of gedragsproblemen zouden worden geweerd, omdat ze veel geld en energie kosten. Van Nood herkent dat beeld niet. „Alleen in het geval van jeugddelinquenten die hun straf hebben uitgezeten, zijn scholen over het algemeen wat huiverig.”
Het zijn volgens Van Engelshoven niet zozeer de scholen als wel de ouders die de lat geregeld te hoog leggen. „Iedere ouder wil het beste voor zijn of haar kind. Maar soms hebben ouders geen realistisch beeld van de mogelijkheden van hun zoon of dochter.” Gevolg: eindeloos gesteggel tussen school en ouders. Van Engelshoven: „En het kind is dan de dupe, want dat zit thuis.”
Of op een boot, zoals de broers Claassen. Hun ouders en advocaat stellen dat zij door College Hageveld in Heemstede geweigerd zijn vanwege hun dyslexie. De rector gaf een andere lezing in de schoolnieuwsbrief: „Het ontbrak de broers helaas aan de vaardigheden om het niveau en het tempo van het atheneumonderwijs bij te benen. De ouders hebben het advies om hun zoons in te schrijven bij de scholen die we voor hen hadden gevonden niet opgevolgd.”