Twijfels, steeds weer die twijfels. Kan ik het nog? Houdt mijn lichaam het? Is Yohan Blake mij niet voorbijgestreefd? Zelfs de machtige sprinter Usain Bolt (25) was in aanloop naar de Spelen onzeker. Tot het uur U aanbrak en Bolt gisteravond in majestueuze stijl zijn olympische titel op de 100 meter prolongeerde. In een olympisch record van 9,63 seconden. De tweede tijd ooit gelopen. Sneller dan zijn sensationele race van vier jaar geleden bij de Spelen in Peking.
Bolt is terug. En hoe. Als een vorst betrad hij de baan, die hij na 41 reuzenpassen wederom als een alleenheerser verliet. Na de halve finale wist hij gisteravond genoeg. De benen voelden goed en de geest was weer schoon. Wat hem betreft kon de finale beginnen. Bolt zou winnen, daar was hij op dat moment zeker van. En hij won. In een historische race. Zeven van de acht atleten, onder wie de Nederlander Churandy Martina, finishten onder de tien seconden.
Hoe anders was het gesteld met de voorbereiding op de Spelen. Niet dat Bolt slecht liep, maar het ging niet zo soepel als in voorgaande jaren. Een pijntje hier, een pijntje daar en tot zijn schrik een nederlaag tegen zijn trainingsmaat Yohan Blake. Wat zullen we nu krijgen? Als het lichaam hapert en de snelheid ietwat stagneert, kan zelfs Bolt verliezen. Dat gebeurde eind juni tijdens de Jamaicaanse trials voor de Spelen. Blake won en vanaf dat moment zoemde scepsis over de wereld, met als generaal thema: we moeten nog zien of Bolt goud op de 100 meter kan winnen.
Die aarzeling kende hij zelf ook, gaf hij gisteren ruiterlijk toen. Een analyse van zijn verloren race in Kingston leerde hem dat zijn start niet goed genoeg was. Hij moest sneller reageren om een achterstand op de rappe starter Blake te kunnen compenseren. Het is een oud euvel. Op de 200 meter is dat voor Bolt geen probleem. Wel op de 100 meter met hongerige roofdieren als Blake en de Amerikanen Justin Gatlin en Tyson Gay in de baan.
De oorvijg bij de trials had hij opgevat als een wake-up call. Bolt was daar eerlijk over. „Blake klopte op mijn deur en zei: ‘Usain, dit is het olympisch jaar. Kom op, word wakker als je olympisch kampioen wilt worden.’ Vanaf dat moment heb ik mezelf herpakt en me gericht op dat ene doel: winnen in Londen. Want ik wil mezelf legendarisch maken door net als in Peking drie gouden medailles te winnen. Daarna kijk ik wel verder. Of ik er over vier jaar in Rio de Janeiro opnieuw bij ben? Ik hoop het. Maar na deze Spelen ga ik nadenken over het vervolg van mijn carrière. Mijn coach wil dat ik ook de 400 meter ga lopen. Maar ik haat die afstand.”
De tijd was niet de gehoopte verbetering van het wereldrecord van 9,58 seconden. Tot teleurstelling van velen, omdat in alle voorbeschouwingen Bolt in staat werd geacht de 100 meter in 9,4 seconden te lopen. Een speculatie die Bolt overigens zelf heeft gevoed. Maar na de nederlaag tegen Blake sloeg hij een voorzichtiger toon aan. De sprinter zei al blij te zullen zijn als hij een tijd van 9,6 seconden zou lopen. Want die was volgens Bolt noodzakelijk om goud te kunnen winnen. En gelijk kreeg hij.
Zijn coach Glen Mills bracht ook Bolt weer bij zinnen nadat hij van Blake had verloren. Mills schrapte onmiddellijk de geplande olympische voorbereidingswedstrijd in Monaco en stuurde hem naar München. Naar Hans-Wilhelm Müller-Wohlfahrt, de clubarts van Bayern München, bij wie Bolt al jaren onder behandeling is. Die keerde de sprinter medisch gezien binnenstebuiten met als slotdiagnose: zo fit als een hoentje. Bolt: „Hij heeft werkelijk elke spier gecontroleerd.”
En Müller-Wohlfahrt doet altijd iets exta’s. Juist die aanpak geeft Bolt vertrouwen in de arts, die hij als een vriend beschouwt. „Hij neemt me ook altijd mee uit eten”, zei Bolt, die wijselijk niet repte over de omstreden Duitse sportarts. Müller-Wohlfahrt zou sporters behandelen met homeopathische preparaten waarmee beschadigde spieren hersteld kunnen worden.
Onbekend is f Bolt die behandeling ondergaat, is onbekend. Voor hem is Müller-Wohlfahrt een vertrouwenspersoon. De arts die zijn carrière heeft gered. Bolt had in het begin van zijn loopbaan doorlopend spierblessures. Tot de Duitse dokter, met wie hij via zijn sponsor Puma in contact was gekomen, vaststelde dat hij scoliose heeft, een vergroeiing van zijn ruggegraat. Sindsdien bezoekt Bolt Müller-Wohlfahrt vijf tot zes keer per jaar.
Na de behandeling door Müller-Wohlfahrt ging Mills met de sprinter aan de slag. De trainer wist exact wat hem te doen stond. Bolt vertrouwen teruggeven. Maak je geen zorgen, had hij tegen Bolt gezegd. We gaan aan je start werken en ervoor zorgen dat in Londen de oude Bolt aan de start staat. De maand die restte, was voor Mills net voldoende om de reparatiewerkzaamheden tot een goed einde te brengen.
Na zijn zege in Londen had Bolt weer praatjes voor tien. Voor zover hij al bescheiden kan zijn, was die eigenschap gisteravond onzichtbaar. Samen met Blake, die zilver won in 9,75 seconden, maakte Bolt van de persconferentie een show van twee straatjongens. Ze dolden, trokken gekke gezichten, maakten gekke gebaartjes en maakten duidelijk het gebruikelijke vragenvuur als een verplicht nummer te beschouwen.
En Gatlin, de winnaar van de bronzen medaille in 9,79 seconden, zat erbij. Als een decorstuk in een Jamaicaanse toneelvoorstelling. Een tikje ondergewaardeerd, want dat de Amerikaanse olympisch kampioen van 2004 (Athene) een medaille won, is een kleine sensatie.
Gatlin heeft een dopingstraf van liefst vier jaar uitgezeten. Na zo’n lange periode zonder competitie is het razend knap in de slipstream van Bolt en Blake te kunnen lopen. Het bewijs dat Gatlin ook zonder stimulerende middelen een groot sprinter is.
Een sprinter die blij is dat hij er in Londen bij mag zijn. Want Gatlin is een van de sporters die hun deelname danken aan een uitspraak van het internationale sporttribunaal CAS. Die verbood het IOC op doping betrapte sporters weg te houden van de Spelen. Die zogeheten Osaka Rule beschouwde CAS als een onrechtmatige extra straf. Tot opluchting van Gatlin, die gelukkiger was met zijn bronzen plak dan met het goud van acht jaar geleden. Want Bolt en Blake verslaan was onmogelijk. Dat wist hij van tevoren.