We betreuren de situatie. Dit was verkeerd, maar het gaat hier om een geïsoleerd geval.
Schandalen teisteren het bankwezen. Britse bankiers van Barclays spanden jarenlang met collega’s van andere banken samen om de belangrijkste rentetarieven ter wereld te manipuleren. HSBC, de grootste bank van het Verenigd Koninkrijk, hielp Mexicaanse syndicaten met het witwassen van drugsgeld. JP Morgan, de nummer één van de Verenigde Staten, paste zijn resultaten met terugwerkende kracht aan vanwege een miljardenmisser met derivaten, fraude wordt onderzocht. En, oh ja, Visa en Mastercard troffen een schikking van 5 miljard euro met winkeliers voor te hoge tarieven in het verleden.
De oogst van een weekje nieuws uit de financiële sector is als de bedrijfsmatige wielersport. Iedere grote bank heeft haar eigen affaires, zoals ieder team uit de Tour de France een dopingverleden heeft. Telkens zou het om incidenten gaan, om op zichzelf staande zaken. Maar zulke argumenten verliezen overtuigingskracht als het allemaal wat te bont wordt. Zit er niet iets grondig scheef in het bankwezen zelf? En mist de bankier van vandaag soms een moreel kompas?
Misdragingen in de financiële sector liggen extra gevoelig. De wereld van geld is handel in vertrouwen. Zonder vertrouwen kan een bank niet bestaan. Dan helpt het niet als ze bij Goldman Sachs klanten muppets noemen waar je zoveel mogelijk geld aan probeert te verdienen, en als de zakenbank trucs verzint waardoor de staatsschuld van hele naties lager uitvalt in de statistieken, zoals bij Griekenland gebeurde.
Een jaar of tien geleden waren de mails van de Amerikaanse beleggingsanalist Henry Blodget wereldnieuws. De invloedrijke dotcom-specialist zette intern bedrijven weg als een piece of shit, terwijl hij tegelijkertijd beleggers adviseerde de aandelen van die technologiebedrijven te kopen. Hij was zijn tijd ver vooruit. Tegenwoordig is een schat aan dergelijke bankcorrespondentie te vinden in de registers van Amerikaanse toezichthouders.
Econoom Dirk Bezemer van de Universiteit van Groningen denkt dat de schandalen direct verband houden met de groei van de financiële sector. Die is uit de hand gelopen. Kredieten zijn er om economische groei mogelijk te maken, maar de laatste decennia is de schuld wereldwijd veel sneller toegenomen dan de omvang van de economie. Dat leidt volgens de wetenschapper tot instabiliteit. „Te veel schuld gaat economische ontwikkeling juist frustreren. De financiële sector is een piramidespel geworden. Daar hoort ook toenemende inkomensongelijkheid bij. Hoe productiever de bank is, hoe risicovoller zij opereert. Het is steeds minder lonend om in het belang van de klant te handelen. Je hebt in de financiële sector minder vrijheid gekregen om morele overwegingen de ruimte te geven. Banken moesten groeien, expanderen, steeds harder. Dat kon op een gegeven moment niet meer binnen de legale kaders.”
Bankier Tom de Swaan, voormalig financieel bestuurder van ABN Amro en tegenwoordig onder meer president-commissaris van Van Lanschot, kan zich enorm opwinden over de manipulatie van de rentetarieven Libor en Euribor. Dat is volgens hem van een geheel andere orde dan banken als HSBC die een handelsboycot van de VS overtreden. „Die acties met de rentevoet zijn ronduit misdadig, werkelijk afgrijselijk. Een ongelooflijke blamage, want die tarieven zijn zo ontzettend belangrijk.”
De Swaan denkt dat in slechte tijden malversaties eerder aan de oppervlakte komen, maar gelooft niet dat er meer schandalen zijn dan vroeger. Hij is niet de enige. Paul Frentrop, hoogleraar aan Nyenrode, durft zelfs te betwijfelen of Barclays iets verkeerd heeft gedaan. „Schikkingen en boetes worden telkens door elkaar gebruikt. Ik heb juist het idee dat die schikkingen uit de hand lopen.” Hij meent dat je wantrouwend moet zijn tegenover toezichthouders die geen rechtszaak aanspannen. Al snel bestaat het gevaar dat banken, of ze nu iets misdaan hebben of niet, in een zakelijke afweging voor een schikking kiezen.
Dit weekeinde is het twee jaar geleden dat de Amerikanen met de strenge Dodd-Frank-wet kwamen, aangescherpte regelgeving als antwoord op de kredietcrisis. Frentrop: „Die heeft mogelijk gemaakt dat een vrij obscure toezichthouder als CFTC, waar tot voor kort niemand van gehoord had, een schikking van 200 miljoen dollar met Barclays kon treffen. Banken hebben inmiddels te maken met zoveel regelgeving dat het vrijwel onmogelijk wordt om geen regels te overtreden.”
De schikkingen in het bankwezen mogen in het oog springen, maar zulke overeenkomsten worden al jaren afgesloten in andere bedrijfstakken. In de farmaceutische industrie zijn de bedragen vaak zelfs hoger, maar die boetes leiden tot minder ophef. Boudewijn de Bruin, hoogleraar financiële ethiek, verbaast zich net als Frentrop over deze verschillen. „In de farmasector zijn zelfs mensen in Afrika gesneuveld door testen”, zegt de Bruin. „Soms wist men dat van tevoren. Slachtoffers werden ingecalculeerd. Als analfabeten in de derde wereld vooraf een contract tekenen voor medicijntesten, zijn dat misstanden van een andere orde.”
Toch trekken malversaties in de financiële sector veel meer aandacht. De woede op de bankier zou verklaard kunnen worden door de grote gedaantewisseling die hij onderging. Jarenlang was hij de onkreukbare grijze klerk. „Die kinderen naar het hockey-veld bracht, in de Volvo met een hond.”, zegt De Bruin. „Dat was het beeld van de bankier. En nu zou hij een cocaïne snuivende prostituees bezoekende handelaar zijn met een ict-achtergrond. Het contrast is te groot. De bankier is van zijn voetstuk gevallen.”
Dáár zit volgens menigeen het grote probleem. De zakenbankier is een handelaar. Die heeft geen klant, maar een tegenpartij die je te slim af probeert te zijn. En omdat al die zakenbankiers in de loop van de tijd het grote geld binnenbrachten, zijn zij bij de grootbanken in de top terecht gekomen, vooral obligatiehandelaren. Bankier De Swaan: „Je moet je afvragen of je dit soort mensen verantwoordelijkheid moet geven over het hele bankbedrijf, dus ook over afdelingen waar niet zulke gigantische bedragen per werknemer binnenkomen. Het scheelt nogal wat of de winst afkomstig is van 1.000 bankdirecteuren of van twee traders achter een computerscherm. Ik heb altijd gezegd: als een handelaar een bijnaam heeft, moet je hem onmiddellijk ontslaan. Toen ik intern toezicht hield lette ik ook altijd op de zaken waar het te goed ging. Als plotseling een deel van je bedrijf onverklaarbaar veel winst maakt, is dat een belangrijk signaal.”
Terugkerend probleem blijft het feit dat banken impliciete staatssteun genieten. De samenleving kan het zich niet permitteren dat banken ten onder gaan. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat je meer risico neemt als je weet dat je gered wordt. De straffen doen daarnaast soms potsierlijk aan. De Autoriteit Financiële Markten kwam bij een onderzoek naar kredietverstrekking bij een derde van de onderzochte hypotheekdossiers van Rabobank omissies tegen. De bank, jaarwinst 2,6 miljard euro, kreeg een boete van 20.000 euro.
„Uit de psychologie weten we dat een straf geen straf is als het niet gepercipieerd wordt als straf”, zegt wiskundige en filosoof de Bruin. „Straf is iets waar je je voor schaamt, dat je liever niet aan je ouders of je kinderen vertelt. Misschien zou je, al was het maar een gedachtenexperiment, toch iets moeten met de strafbaarheid van bedrijven”, oppert de wetenschapper. Waarom kunnen burgers zwaar bestraft worden voor een geweldsdelict, maar is dat voor vennootschappen niet aan de orde?
Sinds in de aangescherpte Europese kartelwetgeving bestuurders makkelijker persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld, is het aantal zaken dat vrijwillig wordt aangemeld sterk gestegen. Maar in kartelzaken zijn de klanten vaak kritischer: dat zijn meestal professionele partijen. In de financiële sector is de informatie-asymmetrie groter, net als bij de autobezitter die adviezen van zijn garage krijgt. „Klanten kunnen niet beoordelen of ze belazerd worden”, zegt econoom Bezemer. „Zie hoe moeilijk en moeizaam de feiten in de woekerpolisaffaire naar voren komen.”
Financieel ethicus De Bruin heeft goed nieuws voor bankiers die zich in het nauw gedreven voelen. Onderzoek wijst volgens hem uit dat de meeste mensen gewoon ethisch verantwoord handelen, ook in het bankwezen. „Het gros van de bankiers doet ontzettend goed werk, met het diskrediet moeten we oppassen”. Frentrop: „Er is sprake van demonisering. Je moet werkelijk ervoor waken dat je de sector niet stuk maakt.”