Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

In de Hortus - nou 'so what?'

H.P. Lovecraft: Het onzienbare en andere verhalen. Bewerking Erik Kriek. Oog & Blik en De Bezige Bij, 112 blz. € 24,90

Guido van Driel: Gasten. Oog & Blik en De Bezige Bij, 144 blz. € 19,90

Guido van Driel (1962) en Erik Kriek (1966) zijn twee Nederlandse striptekenaars die onlangs allebei een nieuw album publiceerden, beiden bij uitgeverij Oog & Blik. En daar houdt de vergelijking tussen (het werk van) de twee heren meteen op. Hun boeken zijn zo verschillend dat ze samen een bewijs vormen van de breedte van het Nederlands striplandschap anno 2012. En dat is een heugelijke constatering.

Bij Het onzienbare en andere verhalen van Erik Kriek, bekend van de tekstloze avonturen van ‘superheld’ Gutsman (en Tigra), ligt de nadruk op het tekenwerk. Kriek werkt veel als illustrator (zijn tekeningen sierden menig omslag van de VPRO Gids) en Krieks oog voor detail is, letterlijk, als klein icoontje van een oogje onder de paginanummers, door het hele boek terug te vinden. Of het nu een door buitenaardse krachten verteerde koe is, een rottende zombie of een monsterlijke zeeduivel, Kriek betracht uiterste zorgvuldigheid bij het verbeelden ervan. Als uitgangspunt voor de scenario’s nam Kriek horror- en sciencefictionverhalen van H.P. Lovecraft (1890-1937), die bij leven onbekend bleef, maar die na zijn dood furore maakte: hij beïnvloedde schrijvers als Stephen King en Alan Moore, een van de bekendste stripscenaristen van deze tijd.

Metallica

Kriek bewerkte vijf verhalen van Lovecraft, het ene zit wat meer in de hoek van de sciencefiction, het andere is wat meer een horrorverhaal. In die laatste categorie valt de novelle Schaduwen boven Innsmouth die Lovecraft schreef in 1931 en die de band Metallica jaren later nog inspireerde tot het nummer ‘The Thing that Should Not Be’. Het gaat over een ras van zeewezens genaamd The Deep Ones, die in ruil voor het paren met de plaatselijke bevolking van het verarmde havenstadje Innsmouth zorgen voor voorspoed.

De dreigende sfeer in het stadje, de vreemde mensen met hun bolle ogen, het is door Kriek zo goed getroffen dat je vergeet dat je met de bewerking van een novelle te doen hebt. Kroon op Krieks aandachtige ‘verstripping’ is de vormgeving van het boek; net als de tekeningen even Unheimisch als jarendertigachtig.

Gasten, alweer het zevende boek van Guido van Driel, speelt zich af in het heden, in Amsterdam. De enige vlucht uit de realiteit is de paddotrip van Roger en Syd, de twee Britse hoofdpersonen van het verhaal. Ze bezoeken de hoofdstad om een interland tussen Nederland en Engeland bij te wonen, maar Amsterdam is ook de plek waar Syds tweelingbroer Larry verdronken is. Syd is een Brit die naar de hoeren gaat en biertjes drinkt, maar ook op zoek is naar antwoorden.

Mobieltje

Het tweetal bezoekt eerst de plek in Amsterdam-Noord waar Larry is gevonden, en komt daarna nog bij de Hortus terecht, waar Larry blijkens een teruggevonden mobieltje enkele uren voor zijn dood nog was. En dan? vraagt Syd zich af als hij bij de Hortus staat: ‘Wat heb ik nou eigenlijk gedaan vandaag? Vlak voor hij stierf was hij in een tropische kas met planten. So what?’

Van Driel bedient zich van een kalme vertelstijl; de verhaalelementen worden gedoseerd gebracht en hij werkt op zijn dooie akkertje toe naar een ontknoping. De ingetogenheid waarmee dat gaat, wordt benadrukt door het feit dat de tekenaar (al enkele albums) zo min mogelijk wisselt in de grootte van de plaatjes. Hij versnelt en vertraagt het verhaal wel, maar doet dat filmisch door de dialoog af te wisselen met soms lange scènes waarin alleen maar handeling is. Hier is goed te zien dat Van Driel veel affiniteit heeft met film. Hij maakte de afgelopen jaren een documentaire en een korte speelfilm.

Van Driels methode om zwart papier te gebruiken en daarop met witte verf (en af en toe een kleur) te werken, is inmiddels wel een beetje uitgewerkt. De tekeningen blijven op een verrassende manier sereen, maar in vergelijking met Toen we van de Duitsers verloren of Om mekaar in Dokkum is er nauwelijks ontwikkeling meer waar te nemen: de aanpak lijkt Van Driel weinig extra meer op te leveren en daarmee wordt het een trucje.

Maar in zijn scenario’s is Van Driel allesbehalve bezig met trucjes: Gasten is een poëtische en gewaagde strip, waarbij de lezer, net als Syd, minder antwoorden krijgt dan vooraf verwacht. Met dit album bevestigt Van Driel opnieuw dat hij een van de beste stripauteurs van Nederland is.