De Nederlandse commando’s die aan de vooravond van de missie naar Uruzgan verkenningen uitvoerden, hadden een “grimmiger beeld van de situatie” in Uruzgan dan destijds in het politieke en publieke debat naar buiten kwam. Dat schrijft NRC Handelsblad vandaag.
Dat schrijven Arthur ten Cate en Martijn van der Vorm, historici die toegang kregen tot de archieven van de commando’s. Hun boek, Callsign Nassau, Het moderne Korps Commandotroepen 1989-2012, wordt vandaag aan minister Hillen (Defensie) aangeboden ter ere van het 70-jarig bestaan van het Korps Commandotroepen.
“Iedere inzet in het gebied zou volgens de commando’s moeten beginnen met een harde strijd om het onder controle te brengen”, voorspelden de elite-eenheden in 2005 in verkenningsrapportages naar Nederland. Hun woorden vonden echter nooit de weg naar de Tweede Kamer. Die moest het doen met afgezwakte frases. In de kabinetsbrief over de uitzending naar Uruzgan, ondertekend door de ministers Bot (Buitenlandse Zaken), Kamp (Defensie) en Van Ardenne (Ontwikkelingshulp), stond dat “offensieve operaties” in “bepaalde gebieden” van Uruzgan noodzakelijk konden zijn. Het kabinet sprak over “een missie met reële militaire risico’s” waarbinnen “een standvastige tegenstander” zich bediende van “gewapende strijd”.
Uruzgan was volgens verkenners ‘Talibaangebied bij uitstek’
Ten Cate en Van der Vorm schrijven dat de Groene Baretten, zoals de commando’s ook worden genoemd, een “grimmiger beeld van de situatie” hadden dan in het politieke en publieke debat naar voren kwam. De mogelijke inzet in Zuid-Afghanistan was in het najaar van 2005 voorgesteld als een operatie in de ‘lange’ Nederlandse traditie van vredesondersteunende missies, gericht op stabilisering, wederopbouw en het welzijn van de plaatselijke bevolking, maar niet als oorlogsoperatie.
Het kabinet legde volgens de historici vooral de nadruk op wederopbouw. Als het beeld van Uruzgan als oorlogsgebied in de publieke opinie kwam te overheersen, zou de gewenste ruime meerderheid voor de missie niet worden gehaald. Uruzgan was volgens de verkenners echter “Talibaangebied bij uitstek”.
Lees het achtergrondverhaal ‘De oorlog die geen oorlog mocht heten’ van Jaus Müller vandaag in NRC Weekend (ook via onze digitale editie).