Stel, je zit in trainingsbroek gezellig naast je partner voor de stacaravan, biertje erbij. Komt een fotograaf langs die beleefd vraagt of hij even een kiekje mag maken. Natuurlijk. Het is nog zomer tenslotte, en iedereen is goedgemutst.
Twee maanden later, al bijna herfst, zie je jezelf terug, met trainingsbroek en blikje bier, op de cover van een landelijk tijdschrift. Boven je portret – en dat van de stacaravan – de knallende kop WITTE WOEDE – de rancune van een onderklasse.
Mooie boel.
Mag dat zomaar? Nee, niet zomaar. Kranten en tijdschriften krijgen geregeld te maken met mondige burgers die er geen genoegen mee nemen dat hun portret opduikt bij een artikel waar ze helemaal niet bij willen staan.
Aan de ene kant mag een krant natuurlijk gebruik maken van door fotografen aangeleverde foto’s, zeker als die met toestemming zijn gemaakt. Aan de andere kant beschermt het portretrecht ook individuen die een „redelijk belang” hebben om zich tegen publicatie van hun beeltenis te verzetten.
Een gearmd stelletje in het Vondelpark, bijvoorbeeld, van wie de foto na een jaar in de Nieuwe Revu belandde bij een verhaal over „kleine neukertjes en zonaanbidders”, kreeg in 1988 gelijk van de Hoge Raad. Privacy ging in dit geval voor, mede door de context van het artikel (de verkering was ook al uit).
Maar Ferdi E., de moordenaar van Gert-Jan Heijn die bezwaar maakte tegen een foto van hem tijdens een reconstructie van het misdrijf, kreeg dat jaar geen gelijk van de Hoge Raad. In zijn geval wogen de vrijheid van meningsuiting en de maatschappelijke context zwaarder dan het recht op privacy.
Er is dus geen absolute regel, het gaat telkens om een afweging.
Nrc.next had afgelopen tijd twee maal met zo’n kwestie te maken : boze geportretteerden die in de pen klommen om verhaal te halen.
Een studente uit Amsterdam tekende bezwaar aan toen ze zichzelf terugzag op de voorpagina, bij een verhaal over alcoholmisbruik onder jongeren in het uitgaansleven (Indrinken, doorhalen, leegpompen, 12 december 2011). Ze was erop te zien in een club of bar, met twee forse bekers bier in haar handen, terwijl ze ook nog drinkt uit een plastic beker die aan haar lippen wordt gehouden door twee andere jongeren (van wie er een zelf ook een beker bier aan zijn lippen heeft, op zichzelf knap). Begeleidende tekst: „Zo ziet een gemiddeld stapavondje er voor steeds meer jongeren uit.”
Maar de geoefende lezer kon al onraad ruiken, want in kleine letters stond er linksonder de foto: „De jongeren op deze foto vieren introweek in Maastricht. Zij komen niet voor in het artikel binnenin.” Het licht floept nu op oranje: dit zijn dus studenten, terwijl het artikel gaat over drankmisbruik onder „tieners”. In de – overigens lezenswaardige – reportage komen inderdaad vooral 17- en 18-jarigen voor, met hier en daar een 15-jarige.
Maar erger: de studente op de foto wordt door de inzet van het verhaal nadrukkelijk in verband gebracht met alcoholmisbruik en comazuipen. Gaat dat wel goed? Je ziet haar al liggen op de intensive care, doorgehaald en leeggepompt. Maar als ze niet eens in het verhaal voorkomt, hoe weet je dan of dat wel terecht is? Rood licht.
De foto was aangeleverd door het persbureau Hollandse Hoogte, dat met toestemming had gefotografeerd tijdens de introductieweken in Maastricht. De redactie vond het een frappante foto die in een klap de problematiek duidelijk maakte. Ja, totdat je er beter over nadenkt.
De klacht van de studente leidde tot een aanvankelijk wat gepikeerde correspondentie, waarin de krant uiteindelijk tot inkeer kwam: zo had het inderdaad niet gemoeten. Hoofdredacteur Rob Wijnberg schreef een excuusbrief, en de studente kreeg een schadevergoeding.
Dat lijkt mij terecht.
Een ander geval is minder pijnlijk, maar ook leerzaam: een jonge man maakte bezwaar tegen een foto van zichzelf in de trein met laptop en iPhone, die was gebruikt als illustratie bij een stuk over nieuwe technologische snufjes (iTunes voor films: ultravioletvideo’s, 22 november 2011). Dat artikel was niet bepaald belastend – het ging niet over gadgetjunks of het leegpompen van hun oververhitte brein of zoiets – maar het punt was: de man wist niet dat hij was gefotografeerd. Dat had de fotograaf duidelijk moeten maken, zeker omdat op de foto alleen deze man stond.
Krant en fotograaf hebben de foto na de klacht van de man uit hun archief verwijderd, zodat hij niet nog een keer opduikt. Ook terecht.
In het Stijlboek van de krant staat: „Wees voorzichtig met foto’s die louter dienen ter illustratie van een artikel als er personen zichtbaar zijn. Zo kan bij een artikel over onveiligheid op straat niet zomaar een willekeurige voorbijganger afgebeeld worden. In het bijschrift moet dan in ieder geval vermeld worden dat er „geen relatie bestaat tussen de afgebeelde en het onderwerp van het stuk.” En: „Foto’s van willekeurige personen mogen niet gebruikt worden bij een stuk met belastende informatie over een groep.”
Dat geldt zeker nu beeld in de krant steeds prominenter wordt en foto’s soms een hele pagina sieren.
Goede foto’s „vertellen een verhaal”, heet het. Inderdaad. Maar soms het verkeerde verhaal.
Sjoerd de jong