Hoewel mij in mijn jeugd op de Abraham Kuyperschool te Maassluis door diverse leerkrachten al is ingepeperd dat de Rooms-Katholieke Kerk reeds tweeduizend jaar de oudste en grootste misdadigersorganisatie ter wereld is, was ik toch geschokt door het rapport van Deetman c.s. En ook door de uitzending, begin januari, over De jongens van Don Rua. Hoe is het mogelijk dat, behalve daar, ook elders zo lang, op zo’n grote schaal, en zo wereldwijd miljoenen kinderen zo steels en stilletjes misbruikt, vernederd, geschoffeerd en uiteindelijk getraumatiseerd konden worden.
Blijkbaar is ook premier Rutte geschokt, want hij zei onlangs dat, verjaring ten spijt, toch vervolging mogelijk zou moeten zijn. Dat lijkt uitgesloten, maar een goed teken is dat aartsbisschop Eijk vorige week op een hoorzitting van de Tweede Kamer verscheen. Ook in België is men wakker geworden: in de bisdommen Antwerpen, Hasselt en Mechelen is afgelopen week huiszoeking gedaan, om wat men daar noemt ‘schuldig verzuim’ vast te stellen.
Wisten kerkelijke autoriteiten van het misbruik, maar hebben ze er desondanks niet alleen niets tegen gedaan, doch zelfs de schuldigen overgeplaatst zodat ze elders opnieuw konden beginnen? Waarom dringt pas nu tot ons door dat zoveel paters, priesters en prelaten praktiserende pedofielen waren? En waarom aanvaarden katholieken dat zo gelaten, sterker: waarom komen ze niet in opstand?
Arm tegen rijk
Om op die vragen een mogelijk antwoord te geven, is het nuttig de opstanden tegen de katholieke kerk uit het verleden in ogenschouw te nemen. De opvallendste opstanden waren die van de albigenzen, de waldenzen, de hussieten, de lutheranen, zwinglianen en calvinisten.
Van de albigenzen weten we weinig, omdat de kerk deze opstand zo meedogenloos heeft onderdrukt dat vrijwel alle informatie erover verloren is gegaan. Maar ook daar zal het patroon niet anders zijn geweest dan bij latere opstanden. Steeds is er, zoals Theun de Vries, zo prachtig heeft aangetoond in zijn fenomenale boek Ketters, primair sprake van een opstand van lagere tegen hogere klassen. In feite ligt aan vrijwel alle kerkscheuringen klasseverschil ten grondslag. De opstand tegen de hervormde staatskerk in 1834, de Afscheiding, was een opstand van arme dagloners, knechten, paupers tegen rijke boeren, gezeten burgers, hoge heren. En dat was eveneens het geval bij de Doleantie in 1886. Toen kwamen de ‘kleine luyden’ in het geweer.
De rebellie van de Waldenzen was een opstand van het arme Zuid-Frankrijk tegen het rijke Noord-Frankrijk. Vaak ook vermengden zich nationalistische sentimenten met de strijd tussen arm en rijk. Hus, zelf van eenvoudige boerenafkomst, streed niet alleen tegen de kerk, naar ook tegen de ‘germanisering’ van Tsjecho-Slowakije. Hij bedacht het Tsjechische alfabet en vertaalde de Bijbel in het Tsjechisch.
Daarnaast diende zich altijd, als derde element bij opstand, een leergeschil aan. Bij Hus, de Engelse kerkhervormer Wycliffe, bij Luther, Calvijn en Zwingli betrof het onder meer de vraag of miswijn en brood daadwerkelijk in het bloed en het lichaam van Christus veranderden. Het is duidelijk, en ook begrijpelijk, dat fatsoenlijke mensen al van oudsher moeite hebben gehad met het idee dat je je tijdens de mis aan kannibalisme bezondigde.
Dat er nu geen opstand uitbreekt, lijkt mij te verklaren uit het feit dat bij dit grootschalige misbruik geen leergeschil in het geding is. Ook nationalistische sentimenten zijn geheel afwezig; voor zover er paralellen zijn met het verleden moet je die vooral zoeken bij de Geert Wilders-achtigen die net zo strijden tegen de islamisering als Hus indertijd tegen de germanisering. Maar waarom zou je je verzetten tegen islamisering, nu gebleken is dat de katholieke kerk wat betreft het misbruiken en schofferen van kinderen er praktijken op na houdt waar zelfs fundamentalistische imams met afkeer over spreken. Misschien moet Wilders zich herbezinnen en zijn pijlen richten op de Rooms-Katholieke Kerk in plaats van op de islam. Anderzijds kun je ook verdedigen dat dat niet meer nodig is, want het optreden van Wilders c.s. heeft vooralsnog niet geleid tot minder hoofddoekjes, minder moskeeën en een uittocht van afgewezen asielzoekers, maar wel tot een zieltogend CDA. Waarschijnlijk is dat ook de verborgen agenda van de PVV.
Ook de voornaamste reden voor vrijwel alle opstanden in het verleden, de tegenstelling tussen arm en rijk, ontbreekt nu. Vaak was de tegenstelling tussen arm en rijk ook verbonden met de tegenstelling tussen jong en oud, en van die tegenstelling is hier wel sprake. Maar jonge primaten komen in opstand tegen oude primaten omdat die oude primaten gemakkelijker toegang hebben tot de vrouwtjes. Bij de met ons verwante chimpansees, orang oetans en gorilla’s komt grootschalig kindermisbruik niet voor, dat is kennelijk voorbehouden aan homo sapiens, maar ja, mensapen kennen het celibaat uiteraard niet.
Aftandse firma God & zoon
Spreek je eenvoudige straat- en stoepkatholieken, dan stuit je steevast op omwil om over deze zaken te spreken. Voor zover je er al iets uit krijgt, blijkt haast altijd dat men zich plaatsvervangend en diep schaamt, maar dit is geen sentiment dat tot opstand leidt.
Daarnaast speelt natuurlijk een rol dat zelfs praktiserende katholieken al die flauwekul over de aftandse firma God & zoon niet serieus meer nemen. De kerk heeft geen gezag meer, de leer wordt voor kennisgeving aangenomen, niemand houdt zich bijvoorbeeld nog aan het verbod op gebruik van voorbehoedsmiddelen.
De scherpste, opstandigste geluiden tegen Rome kwamen de afgelopen tijd uit een van de weinige landen in Europa waar de kerk nog enig aanzien geniet: Ierland. Maar ook daar is vanuit het Vaticaan niet op gereageerd. Men kijkt eenvoudig een andere kant uit, men laat ’t als koud water van zich afglijden.
En waarom zou je ook in opstand komen, dacht ik op Eerste Kerstdag toen ik op het journaal zag hoe de paus haperend en hakkelend de zegen uitsprak die Gerard Reve zo treffend heeft omschreven als ‘masturbi et mastorbi’?
Toch is het reuze spijtig. Wat zou ik graag zien hoe die mijters van de hoofden werden gesjord, en de pastoors van hun rijwielen werden getrokken. Zelf heb ik overwogen de pastoor met wie ik soms opfiets van zijn rijwiel te trekken. Maar van die pastoor weet ik dat hij al jaren in volle tevredenheid met zijn huishoudster vrijt, en bovendien is het een reuze aardige man die mij vrolijk voorhoudt dat ik toch ook oog moet hebben voor het mysterie. Daar ben ik best toe bereid, maar God verhoede dat dit zijn beslag zou moeten krijgen binnen de muren van een pedofielenkerk. Ik vind het totaal onbegrijpelijk dat nog enig fatsoenlijk mens lid kan of wil blijven van zo’n organisatie. Sterker nog, wij moeten terug naar de zestiende en zeventiende eeuw, toen de katholieke kerk in onze lage landen verboden was.