Nout Wellink heeft het gedaan. Als de voorman van het Nederlands Openluchtmuseum geen akkoord had gesloten met zijn partijgenoot Balkenende, hadden we nu een museum voor de Nederlandse geschiedenis gehad. Zegt Erik Schilp, een van de twee directeuren van het museum dat er niet kwam.
Oud-minister Ronald Plasterk en Raad van Toezicht-voorzitter Atzo Nicolaï zeggen het ook: het CDA heeft een partijpolitiek spel gespeeld met het Nationaal Historisch Museum, om de PvdA te dwarsbomen.
De verwijten aan het adres van Wellink en het CDA komen voorbij in de documentaire Postmoderne hutspot, die vanavond te zien is bij omroep NTR. De film is gemaakt door gerenommeerd programmamaker Michiel van Erp, op verzoek van de Raad van Toezicht van het NHM. Drie jaar lang volgde Van Erp de directeuren Schilp en Byvanck in hun eindeloze gang langs vergaderingen. Op weg naar een fiasco.
Het is een prachtig onderwerp voor een documentaire. Geen betere casus van falend bestuur en falende politiek dan het museum dat Nederland vertrouwd moest maken met het eigen verleden. Alles ging mis, elke keuze kweekte controverse.
De film werd grotendeels betaald door het NHM. Kan je als maker wel onafhankelijk zijn, als de opdracht van een van de partijen komt? Van Erp: „Natuurlijk wilde ik geen promotiefilm maken. We hebben vooraf in een contract vastgelegd dat ik volledige vrijheid zou hebben. Ik mocht overal bij zijn, en had het laatste woord over de montage.”
Oscar van der Kroon, eindredacteur van omroep NTR voor Het uur van de wolf, erkent dat de financiering ongebruikelijk was. „Juist daarom was volstrekt duidelijk dat het een journalistiek onafhankelijke productie moest worden. Dat was een voorwaarde voor Van Erp, maar ook voor de Raad van Toezicht van het NHM en voor ons als publieke omroep.” De NTR heeft een vertrouwensrelatie met de maker, aldus Van der Kroon. „Ik wist zeker dat hij de film kon maken die hij wilde maken.” De eindredacteur is zeer tevreden. „De film is niet opiniërend. Hij registreert, in de stijl van Van Erp.”
De NTR betaalde mee, volgens Van der Kroon niet meer dan het „standaard aankoopbudget”. Het totaalbudget van de film wil hij niet noemen, Van Erp en Schilp evenmin.
Onder meer in opiniestukken in deze krant is gesuggereerd dat de directie van het NHM het eigen aandeel in de mislukking probeert weg te poetsen. Directeur Schilp, nog drie maanden in functie om alles af te wikkelen, snapt de suggestie niet. „We hebben Van Erp gevraagd in 2009, toen we aan een heel andere film dachten. Hij zou de wording van het museum vastleggen, de zoektocht naar de Nederlandse identiteit. Dat we zouden vastlopen in gekrakeel kon niemand weten.”
De nadruk van de film ligt op geharrewar over twee mogelijke locaties in Arnhem, de strijd tussen bos en rivier. Na elke tegenslag tekent de frustratie zich meer af op Schilps gezicht. Het is zíjn film, geen reconstructie van alle kanten. Schilp: „Van Erp had 300 uur materiaal, hij heeft gekozen voor het politieke spel. De inhoudelijke kant ontbreekt, die komt aan bod in een boek dat we in maart publiceren.”
En waarom krijgt Nout Wellink geen weerwoord? Van Erp: „We hebben het hem gevraagd, maar hij wilde er geen gebruik van maken.”
Het uur van de wolf: Postmoderne hutspot - Opkomst en ondergang van het Nationaal Historisch Museum. Ned. 2, 23.00 - 00.40 uur