Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Zorg

Een doofpot? Maar net hoe je het ziet

Onderzoek ook fysiek en emotioneel geweld van katholieke kinderen, zeggen commissie en slachtoffers. De Kerk wil daar niet aan.

Wim Deetman liet de kerk in het midden, gisteren tijdens een hoorzitting van de Tweede Kamer over zijn rapport inzake kindermisbruik in de Rooms-Katholieke Kerk. Het leek er zelfs op dat hij zijn eigen conclusies aan het relativeren was.

Was er een doofpot, wilden Kamerleden van hem weten. Misschien, zei Deetman, het was maar hoe je er tegenaan keek. Kerkbestuurders spraken er onderling over, dus intern was er geen doofpot. Hij wilde voorts benadrukken dat er ook buiten de Kerk „iets aan de hand” was. Hij had overigens niet kunnen waarnemen dat archiefstukken recent systematisch waren vernietigd. Hij had een geweldige medewerking vanuit de Kerk gekregen. In alle openheid waren vragen beantwoord. En nee, de overheid moet niet gaan controleren bij kerkelijke instellingen.

Deetmans uitspraken waren bevreemdend. Zijn rapport illustreert immers hoe er honderden doofpotjes waren. En het bevat aanwijzingen dat recent nog dossiers over pedofiele priesters uit archieven zijn verdwenen, bijvoorbeeld bij de salesianen.

Bovendien weigeren kerkbestuurders al zijn adviezen uit te voeren. Deetman pleit voor een vervolgonderzoek naar fysiek geweld en emotioneel misbruik. Daar wil de Kerk niet aan.

De onderzoekscommissie concludeerde dat in internaten kinderen ook mishandeld en emotioneel misbruikt zijn. Eerder is in Ierland al gebleken dat seksueel misbruik vaak samengaat met geweld.

Dat Deetman met het advies voor een vervolgonderzoek kwam, was overigens opmerkelijk. Aan het begin van zijn onderzoek, medio 2010, vond de voorzitter een uitbreiding van zijn opdracht nog niet nodig. „Ik wil een discussie vermijden over wat een pedagogische tik is”, zei hij toen.

Op de publieke tribune van de Kamer luisterden gisteren twee vrouwen, slachtoffers van fysiek geweld door nonnen, met tranen in hun ogen naar aartsbisschop Wim Eijk, die ook gehoord werd. Eijk legde uit dat de bisschoppen en oversten geen vervolgonderzoek naar het geweld willen. Volgens hem is de definitie van fysiek misbruik tegen kinderen „niet zo gemakkelijk te beschrijven”. Eijk: „Die wisselde nogal in de afgelopen 65 jaar. Met seksueel misbruik is dat veel helderder.”

Vertegenwoordigers van slachtoffers die tijdens de hoorzitting aan het woord kwamen, toonden zich teleurgesteld. Zij vinden dat Deetman „veel maar niet alles” boven water gehaald heeft. Ook slachtoffers willen alsnog onderzoek naar fysiek en emotioneel geweld. Daarnaast moet er meer onderzoek gedaan worden naar het misbruik van meisjes.

Slachtoffers hekelden ook de hulpverlening. Die is, ondanks de toezeggingen van de Kerk, nog steeds niet op orde, zei Guido Klabbers, die sprak namens de koepel van slachtoffergroepen.

Uit het rapport van de commissie-Deetman bleek dat tussen 1945 en 1981 mogelijk tien- tot twintigduizend kinderen seksueel zijn misbruikt in katholieke instellingen. De ordes en bisdommen wisten van dat misbruik.

Aartsbisschop Eijk toonde zich daarover „vervuld van schaamte en verdriet”. Hij kondigde een zero tolerance-beleid aan voor pedofiele priesters. Eijk zei de praktijken „met wortel en tak uit te roeien”. Zo wil hij „het vertrouwen van de bevolking terugwinnen”. Kamerleden Ard van der Steur (VVD) en Tofik Dibi (GroenLinks) merkten op dat die woorden van spijt te laat komen.

De aartsbisschop meldde dat er „een contactgroep” in het leven wordt geroepen die gaat regelen dat slachtoffers kunnen aankloppen bij de Kerk om te praten over hun ervaringen. Eijk: „Ik begrijp dat er mensen zijn die daar geen gebruik van willen maken omdat ze het helemaal gehad hebben met de Kerk. Maar men moet ons ook de kans geven om dit goed te maken.”