Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

Dystopische steden

Rik Smits: Above the clouds/ Constant: New Babylon. T/m 18 febr. Galerie Ron Mandos, Prinsengracht 282, Amsterdam. Wo t/m za 12-18u.

Soepel – zo kun je de carrière van de nog niet zo lang geleden afgestudeerde beeldend kunstenaar Rik Smits (1982) noemen. In 2010 rolde Smits van de kunstacademie in Den Haag, hij werd opgepikt door galeriehouder Ron Mandos, die hem in een ‘best of graduates’-tentoonstelling presenteerde. Daarna liep veel van een leien dakje. Smits stelde tentoon in Zwitserland, Duitsland en Nederland. En nu is zijn eerste en meteen heel volwassen solo geopend bij Mandos in Amsterdam.

Above the Clouds omvat zo’n twintig grote en kleine potloodtekeningen van dystopische stadsgezichten en dat ene fantastische vervoermiddel, de zeppelin, die na de ramp in 1937 met de Hindenburg uit productie werd genomen. Mandos combineerde Smits’ werk met dat van de in 2005 overleden Nederlandse kunstenaar Constant (Nieuwenhuys). Dat is een briljante ingeving, want Constant vormt met het utopische project New Babylon (1956-1969) het perfecte vertrekpunt voor het werk van Smits. Waar Constant met New Babylon een idealistische,‘niet-logische’ stad wilde ontwerpen, daar verbeeldt Smits de januskop van de stad van de toekomst.

Smits haalt zijn inspiratie uit ambitieuze architectonische dromen die in de Verenigde Staten werkelijkheid werden: Brooklyn Bridge in New York, winkelcentra die lijken op kathedralen, art-decowolkenkrabbers. Met fantastische variaties op die bouwwerken wil Smits, zoals hij enthousiast vertelt, de in zijn ogen afschrikwekkende relatie tussen kapitalisme en religie verbeelden. Dus tekent hij gebouwen in vol ornaat, met lichtreclames en idealistische leuzen op de gevel, maar ook half gesloopt en instortend. Ieder detail is bij Smits virtuoos uitgevoerd en leesbaar.

De leesbaarheid vormt meteen ook het smetje. Smits’ meest geslaagde tekening is bijna atypisch. Een bergrivier stuwt als een snelweg met klaverbladen door een ongekend landschap. Deze tekening is ‘onaf’, niet elke centimeter is ingevuld, de bedoeling van de maker niet glashelder. Daardoor ontstaat een spanningsveld, waar de in vrijheid spelende mens van Constant zijn weg graag in zou willen vinden.