Redacteur Popmuziek
Reggie Watts is een grote man met een woeste bos haar en een slaperig voorkomen. Die slaperigheid is bedrieglijk. De Amerikaanse komiek goochelt razendsnel met taal, klank en zang. Voor de vuist weg, want Watts improviseert alles, als de jazzdrummer onder de cabaretiers. Met zijn stem imiteert hij acteurs of politici, maar ook ‘sound effects’: vingers die over een toetsenbord ratelen, dichtslaande deuren. „Als kind was ik al geobsedeerd door mechanische geluiden”, vertelt hij over de telefoon vanuit New York. „Dan verzorgde ik de explosies en robotstemmen tijdens spelletjes.”
Reggie Watts treedt vandaag op in de Melkweg. Dat hij in een ‘popzaal’ staat, is toepasselijk. Niet alleen begon Watts (39) zijn carrière als muzikant, ook zijn optredens zijn voor een groot deel muzikaal.
Met een klein groen apparaat construeert hij tijdens optredens ter plekke de begeleiding. Watts knipt zijn vingers en levert met zijn stem een perfecte beat in de microfoon. Die lagen worden samengevoegd zodat hij erbij kan zingen: als een pastiche op soul, hiphop en croon-stijl. Met plechtige uitdrukking declameert hij onzinteksten, die wisselend ontleend zijn aan de Bijbel en computerhandleidingen.
Watts studeerde piano en viool, en was zanger in verschillende bands. „Ik zat in allerlei onsuccesvolle bands, in allerlei genres: heavy metal, wereldmuziek, punk.” Tot 2003 toerde Watts met zijn bands en besloot toen om solo verder te gaan. „Ik herinnerde me dat ik op school bij toneel altijd improviseerde. Dat was zoveel makkelijker dan repeteren met muzikanten. Vanaf dat moment heb ik alleen nog maar geïmproviseerd.”
Dat wil niet zeggen dat hij niet meer met anderen optreedt. „Ik wissel mijn soloprogramma’s af met theater. De anderen hebben vaststaande teksten, ik niet. Ik krijg een teken en bedenk ter plekke mijn bijdragen.”
Op YouTube-filmpjes zijn optredens te zien van Watts bij bekende Amerikaanse tv-shows, zoals Conan O’Brien. Vooral zijn driekwartier durende bijdrage aan een Google-bijeenkomst is grappig. Hier causeert Watts met een deskundige uitdrukking over het ‘defragmenteren van je computer’ en de voordelen van ‘interactive loop-based nonlinear progressive technology’.
Hij noemt zichzelf een ‘technology geek’: een fanaat op het gebied van techniek en gadgets. „Ik verzamel technische snufjes, probeer ze uit en leg ze vervolgens in de kast. Het is een verslaving. Ik moet steeds de nieuwste producten uitproberen.” Veel van zijn grappen komen uit deze belangstelling voort. „Techniek is komisch, omdat je van alles kunt suggereren met zelfbedachte woorden. Ik bedenk ze ter plekke, maar het líjkt echt.”
Deze sketches behoren tot de populairste van zijn repertoire. „Ik treed op in cafés of op comedyfestivals, maar ook op universiteitscampussen. Bepaalde onderwerpen zijn geschikt om reacties mee op te wekken. Seks natuurlijk, en scheldpartijen, maar techniek is ook effectief. Techniek maakt het publiek opgewonden. Zeker als ik termen gebruik die ze niet kennen, zie ik ze zenuwachtig worden: ‘O jee, ik loop achter’.”
Vindt het Amerikaanse publiek hem aanstootgevend? „Ik heb een heel gevarieerd publiek, van tieners tot zestigers. Ze vinden me vooral maf en absurdistisch. Enigszins aanstootgevend vond men misschien de YouTube-clip van mijn liedje What About Blowjobs. Dat nummer was niet per se bedoeld om te shockeren, maar ik vind het nu eenmaal leuk om woorden te gebruiken waar mensen even van opschrikken.”
Sommige komieken zijn in het dagelijks leven lang niet zo vrolijk als op het podium, geldt dat ook voor hem? Watts aarzelt. „Ik ben redelijk gelijkmatig. Of ik een donkere kant verberg achter vrolijkheid? Soms wel, ja.”
Reggie Watts. Vandaag, Melkweg, Amsterdam, 20.30 uur. www.reggiewatts.com